Nederlands

Uitgebreide vertaling voor brief (Nederlands) in het Engels

brief:

brief [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de brief (epistel; schrijven)
    the epistle
    • epistle [the ~] zelfstandig naamwoord

brief [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de brief
    the letter; the missive
    – a written message addressed to a person or organization 1
    • letter [the ~] zelfstandig naamwoord
      • mailed an indignant letter to the editor1
    • missive [the ~] zelfstandig naamwoord

brief

  1. brief
    the letter
    – An activity that tracks the delivery of a letter. The activity can contain the electronic copy of the letter. 2
    • letter [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor brief:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
epistle brief; epistel; schrijven
letter brief huurbaas; verhuurder; verpachter
missive brief epistel; zendbrief der Apostelen

Verwante woorden van "brief":


Verwante definities voor "brief":

  1. bankbiljet3
    • een briefje van honderd3
  2. geschreven boodschap aan iemand3
    • ik schrijf mijn moeder een brief3

Wiktionary: brief

brief
noun
  1. een geschreven bericht van een persoon naar een ander, meestal in een omslag per post verzonden
brief
noun
  1. letter, written form of communication
  2. written message
  3. letter to introduce a document

Cross Translation:
FromToVia
brief letter Brief — eine geschriebene, verschlossene Mitteilung, die (meist gegen Bezahlung) per Post oder Boten verschickt wird
brief letter lettre — Message écrit

Verwante vertalingen van brief



Engels

Uitgebreide vertaling voor brief (Engels) in het Nederlands

brief:

brief bijvoeglijk naamwoord

  1. brief (concise; briefly worded; summarized; )
    bondig; kort
    • bondig bijvoeglijk naamwoord
    • kort bijvoeglijk naamwoord
  2. brief (cursory; fast)
    vluchtig; kortstondig; terloops; haastig
  3. brief (briefly worded; summarized)
    samengevat
  4. brief (perishing; evanescent; transient; )
    vergankelijk; voorbijgaand; eindig

to brief werkwoord (briefs, briefed, briefing)

  1. to brief (instruct; inform; explain; )
    inlichten; voorlichten; onderrichten
    • inlichten werkwoord (licht in, lichtte in, lichtten in, ingelicht)
    • voorlichten werkwoord
    • onderrichten werkwoord (onderricht, onderrichtte, onderrichtten, onderricht)
  2. to brief (tip off)
    inseinen
    • inseinen werkwoord (sein in, seint in, seinde in, seinden in, ingeseind)

Conjugations for brief:

present
  1. brief
  2. brief
  3. briefs
  4. brief
  5. brief
  6. brief
simple past
  1. briefed
  2. briefed
  3. briefed
  4. briefed
  5. briefed
  6. briefed
present perfect
  1. have briefed
  2. have briefed
  3. has briefed
  4. have briefed
  5. have briefed
  6. have briefed
past continuous
  1. was briefing
  2. were briefing
  3. was briefing
  4. were briefing
  5. were briefing
  6. were briefing
future
  1. shall brief
  2. will brief
  3. will brief
  4. shall brief
  5. will brief
  6. will brief
continuous present
  1. am briefing
  2. are briefing
  3. is briefing
  4. are briefing
  5. are briefing
  6. are briefing
subjunctive
  1. be briefed
  2. be briefed
  3. be briefed
  4. be briefed
  5. be briefed
  6. be briefed
diverse
  1. brief!
  2. let's brief!
  3. briefed
  4. briefing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor brief:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- legal brief
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inlichten brief; explain; inform; instruct; learn; prepare; teach; train inform; make known; notify; send word
inseinen brief; tip off
onderrichten brief; explain; inform; instruct; learn; prepare; teach; train instruct; prepare; teach; train
voorlichten brief; explain; inform; instruct; learn; prepare; teach; train
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bondig brief; briefly worded; concise; condensed; succinct; summarized; terse concise; succinct; terse
eindig brief; casual; close; current; cursory; empty; evanescent; fleeting; informal; momentary; null; of short duration; passing; perfunctory; perishing; short; superficial; temporary; transient; transitory; volatile
haastig brief; cursory; fast agitated; fluttered; hastily; hasty; hunted; hurried; hurriedly; in a haste; in a hurry; in haste; nervous
kort brief; briefly worded; concise; condensed; succinct; summarized; terse
kortstondig brief; cursory; fast provisional; temporary
terloops brief; cursory; fast aside; casual; casually; in passing; loosely; passing; sideways
vergankelijk brief; casual; close; current; cursory; empty; evanescent; fleeting; informal; momentary; null; of short duration; passing; perfunctory; perishing; short; superficial; temporary; transient; transitory; volatile
vluchtig brief; cursory; fast
voorbijgaand brief; casual; close; current; cursory; empty; evanescent; fleeting; informal; momentary; null; of short duration; passing; perfunctory; perishing; short; superficial; temporary; transient; transitory; volatile provisional; temporal; temporary
- abbreviated
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
samengevat brief; briefly worded; summarized

Verwante woorden van "brief":


Synoniemen voor "brief":


Verwante definities voor "brief":

  1. concise and succinct1
    • covered the matter in a brief statement1
  2. (of clothing) very short1
    • a brief bikini1
  3. of short duration or distance1
    • a brief stay in the country1
  4. a condensed written summary or abstract1
  5. a document stating the facts and points of law of a client's case1
  6. give essential information to someone1
    • The reporters were briefed about the President's plan to invade1

Wiktionary: brief

brief
adjective
  1. concise
  2. of short duration

Cross Translation:
FromToVia
brief kort kurz — wenig Zeit benötigend
brief eisenpakket; lastenboek; lastenkohier cahier des charges — document
brief keuze; aangelegenheid; affaire; ding; zaak; oorzaak; reden cause — Ce qui fait qu’une chose est ou s’opère.
brief beknopt; bondig; kernachtig; kort; summier; zakelijk concis — Qui exprimer quelque chose le plus clairement possible avec un nombre de mots restreint.
brief kort; kortstondig court — De petite longueur ou qui n’a pas la longueur moyenne des objets du même genre.
brief lastbrief; mandaat; volmacht mandat — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van brief