Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Zoek: brits

Nederlandse en Engelse zoekresultaten voor: brits

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

brits:
- plank bed
Brits:
- British; English
Brit:
- Briton; Brit
Wiktionary:
- brits → plank bed, cot
- Brits → British
- Brit → briton, Briton
- Brit → British

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

Brit:
- Engelsman; Brit

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor brits (Nederlands) in het Engels

brits:

brits [de ~] zelfstandig naamwoord

de brits
the plank bed
- plank bed [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor brits:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
plank bed	brits

Verwante woorden van "brits":

britsen

Wiktionary: brits

brits

noun

een provisorisch bed, een houten veldbed
- brits → plank bed; cot

brits vorm van Brits:

Brits bijvoeglijk naamwoord

Brits
British; English
- British bijvoeglijk naamwoord
- English bijvoeglijk naamwoord
Brits
British
- British bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor Brits:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
English		Engels
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
British	Brits
English	Brits	engels

Verwante woorden van "Brits":

Britse, Brit

Wiktionary: Brits

Brits

adjective

of Britain
- British → Brits

brits vorm van Brit:

Brit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de Brit (Engelsman)
the Briton; the Brit
- Briton [the ~] zelfstandig naamwoord
- Brit [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Brit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Brit	Brit; Engelsman
Briton	Brit; Engelsman

Verwante woorden van "Brit":

Britten, Brits

Wiktionary: Brit

Brit

noun

demoniem|nld inwoner van Brittannië of Groot-Brittannië
- Brit → briton

Brit

noun

inhabitant of Great Britain
- Briton → Brit

proper noun

citizens or inhabitants of Britain
- British → Britse; Brit

Engels

Uitgebreide vertaling voor brits (Engels) in het Nederlands

brits:

Synoniemen voor "brits":

British; British people; Brits; nation; land; country

Brit:

Brit [the ~] zelfstandig naamwoord

the Brit (Briton)
de Engelsman; de Brit
- Engelsman [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- Brit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Brit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Brit	Brit; Briton
Engelsman	Brit; Briton
-	Britisher; Briton

Verwante woorden van "Brit":

Brits

Verwante definities voor "Brit":

a native or inhabitant of Great Britain¹

Brits:

Vertaal Matrix voor Brits:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	British; British people

Verwante definities voor "Brits":

the people of Great Britain¹

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University