Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Zoek: elders

Nederlandse en Engelse zoekresultaten voor: elders

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

elders:
- elsewhere
Wiktionary:
- elders → elsewhere, somewhere else
- elders → elsewhere

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

elder:
- ouder
- ouderling; kerkvoogd
Wiktionary:
- elders → voorgeslacht, voorouders
- elder → vlier, ouderling
- elder → ouder, vlier, vlierstruik

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor elders (Nederlands) in het Engels

elders:

elders bijwoord

elders (ergens anders)
elsewhere
- elsewhere bijwoord

Vertaal Matrix voor elders:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
elsewhere	elders; ergens anders

Antoniemen van "elders":

hier

Verwante definities voor "elders":

ergens anders, niet hier¹
- hij gaat elders zijn boodschappen doen¹

Wiktionary: elders

elders

adverb

ergens anders, in een andere plaats, op een andere plaats
- elders → elsewhere

elders

adverb

to some other place
- elsewhere → elders
in or at some other place
- elsewhere → elders; ergens anders
in some other place
- somewhere else → ergens anders; elders

Cross Translation:

From	To	Via
• elders	→ elsewhere	↔ ailleurs — En un autre lieu. (Sens général).

Engels

Uitgebreide vertaling voor elders (Engels) in het Nederlands

elders vorm van elder:

elder bijvoeglijk naamwoord

elder (older)
ouder
- ouder bijvoeglijk naamwoord

elder [the ~] zelfstandig naamwoord

the elder
de ouderling
- ouderling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the elder (churchwarden; deacon; prelate; prince of the church)
de kerkvoogd
- kerkvoogd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor elder:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kerkvoogd	churchwarden; deacon; elder; prelate; prince of the church
ouder		father; female parent; mother; parent
ouderling	elder
-	elderberry bush; senior
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	older; sr.
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ouder	elder; older

Verwante woorden van "elder":

elders

Synoniemen voor "elder":

older; sr.; senior
senior; adult; grownup
elderberry bush; shrub; bush
church officer

Verwante definities voor "elder":

used of the older of two persons of the same name especially used to distinguish a father from his son²
a person who is older than you are²
any of various church officers²
any of numerous shrubs or small trees of temperate and subtropical northern hemisphere having white flowers and berrylike fruit²

Wiktionary: elder

elder

noun

Sambucus
- elder → vlier
An officer of a church
- elder → ouderling

greater than another in age or seniority
- elder → ouder

Cross Translation:

From	To	Via
• elder	→ vlier	↔ Holunder — Botanik: beerentragende Pflanze aus der Gattung Sambucus (besonders die strauchigen Arten)
• elder	→ vlier; vlierstruik	↔ sureau — arbre de la famille des chèvrefeuilles, dont les branches sont remplies d’une moelle tendre et abondante et qui produit des fleurs blanches d’une odeur particulier et forte, auxquelles succéder des fruits rouges-noirâtres.

Wiktionary: elders

Cross Translation:

From	To	Via
• elders	→ voorgeslacht; voorouders	↔ aïeux — Pluriel de aïeul : tous ceux de qui l’on descendre.