Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. koppelwerkwoord:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor koppelwerkwoord (Nederlands) in het Engels

koppelwerkwoord:

koppelwerkwoord [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het koppelwerkwoord
    the copula; the link verb
    • copula [the ~] zelfstandig naamwoord
    • link verb [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor koppelwerkwoord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
copula koppelwerkwoord
link verb koppelwerkwoord

Verwante woorden van "koppelwerkwoord":

  • koppelwerkwoorden

Wiktionary: koppelwerkwoord

koppelwerkwoord
noun
  1. een werkwoord dat een eigenschap koppelt aan het onderwerp
koppelwerkwoord
noun
  1. grammar: linking kind of word