Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. landgenoot:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor landgenoot (Nederlands) in het Engels

landgenoot:

landgenoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de landgenoot (landsman; rijksgenoot)
    the compatriot; the fellow-countryman; the fellow-countrywoman

Vertaal Matrix voor landgenoot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
compatriot landgenoot; landsman; rijksgenoot
fellow-countryman landgenoot; landsman; rijksgenoot
fellow-countrywoman landgenoot; landsman; rijksgenoot landgenote

Wiktionary: landgenoot

landgenoot
noun
  1. country dweller
  2. somebody from one's own country