Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. oorlog voeren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor oorlogvoeren (Nederlands) in het Engels

oorlog voeren:

oorlog voeren werkwoord (voer oorlog, voert oorlog, voerde oorlog, voerden oorlog, oorlog gevoerd)

  1. oorlog voeren
    to make war; be in war

Conjugations for oorlog voeren:

o.t.t.
  1. voer oorlog
  2. voert oorlog
  3. voert oorlog
  4. voeren oorlog
  5. voeren oorlog
  6. voeren oorlog
o.v.t.
  1. voerde oorlog
  2. voerde oorlog
  3. voerde oorlog
  4. voerden oorlog
  5. voerden oorlog
  6. voerden oorlog
v.t.t.
  1. heb oorlog gevoerd
  2. hebt oorlog gevoerd
  3. heeft oorlog gevoerd
  4. hebben oorlog gevoerd
  5. hebben oorlog gevoerd
  6. hebben oorlog gevoerd
v.v.t.
  1. had oorlog gevoerd
  2. had oorlog gevoerd
  3. had oorlog gevoerd
  4. hadden oorlog gevoerd
  5. hadden oorlog gevoerd
  6. hadden oorlog gevoerd
o.t.t.t.
  1. zal oorlog voeren
  2. zult oorlog voeren
  3. zal oorlog voeren
  4. zullen oorlog voeren
  5. zullen oorlog voeren
  6. zullen oorlog voeren
o.v.t.t.
  1. zou oorlog voeren
  2. zou oorlog voeren
  3. zou oorlog voeren
  4. zouden oorlog voeren
  5. zouden oorlog voeren
  6. zouden oorlog voeren
diversen
  1. voer oorlog!
  2. voert oorlog!
  3. oorlog gevoerd
  4. oorlog voerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor oorlog voeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
be in war oorlog voeren
make war oorlog voeren


Wiktionary: oorlogvoeren


Cross Translation:
FromToVia
oorlogvoeren wage war; make war; war guerroyerpasser son temps à faire des opérations de guerre plus nombreux que méthodiques et sans grande envergure.