Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. oppiepen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor oppiepen (Nederlands) in het Engels

oppiepen:

oppiepen werkwoord (piep op, piept op, piepte op, piepten op, opgepiept)

  1. oppiepen
    to bleep
    • bleep werkwoord (bleeps, bleeped, bleeping)

Conjugations for oppiepen:

o.t.t.
  1. piep op
  2. piept op
  3. piept op
  4. piepen op
  5. piepen op
  6. piepen op
o.v.t.
  1. piepte op
  2. piepte op
  3. piepte op
  4. piepten op
  5. piepten op
  6. piepten op
v.t.t.
  1. heb opgepiept
  2. hebt opgepiept
  3. heeft opgepiept
  4. hebben opgepiept
  5. hebben opgepiept
  6. hebben opgepiept
v.v.t.
  1. had opgepiept
  2. had opgepiept
  3. had opgepiept
  4. hadden opgepiept
  5. hadden opgepiept
  6. hadden opgepiept
o.t.t.t.
  1. zal oppiepen
  2. zult oppiepen
  3. zal oppiepen
  4. zullen oppiepen
  5. zullen oppiepen
  6. zullen oppiepen
o.v.t.t.
  1. zou oppiepen
  2. zou oppiepen
  3. zou oppiepen
  4. zouden oppiepen
  5. zouden oppiepen
  6. zouden oppiepen
en verder
  1. ben opgepiept
  2. bent opgepiept
  3. is opgepiept
  4. zijn opgepiept
  5. zijn opgepiept
  6. zijn opgepiept
diversen
  1. piep op!
  2. piept op!
  3. opgepiept
  4. oppiepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor oppiepen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bleep pieptoon
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bleep oppiepen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bleep bliep

Wiktionary: oppiepen

oppiepen
verb
  1. contact by means of a pager