Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. toonbaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toonbaar (Nederlands) in het Engels

toonbaar:

toonbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. toonbaar (vertoonbaar)
    presentable; showable; fit to be seen

Vertaal Matrix voor toonbaar:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
presentable toonbaar; vertoonbaar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fit to be seen toonbaar; vertoonbaar
showable toonbaar; vertoonbaar

Verwante woorden van "toonbaar":

  • toonbare

Wiktionary: toonbaar

toonbaar
adjective
  1. sufficiently clothed