Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. woekeraar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor woekeraar (Nederlands) in het Engels

woekeraar:

woekeraar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de woekeraar
    the usurer
    • usurer [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor woekeraar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
usurer woekeraar

Verwante woorden van "woekeraar":

  • woekeraars

Wiktionary: woekeraar

woekeraar
noun
  1. iemand die woeker drijft
woekeraar
noun
  1. one who loans money at exorbitant interest rates

Cross Translation:
FromToVia
woekeraar usurer Wucherer — Person oder Institution, der vorgeworfen wird, für eine Leistung (oft: Geldverleih) zu hohe Gegenleistungen zu verlangen
woekeraar usury usure — intérêt qu’on exige d’un argent ou d’une marchandise prêtée