Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ontbijten:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontbeten (Nederlands) in het Engels

ontbeten vorm van ontbijten:

ontbijten werkwoord (ontbijt, ontbeet, ontbeten, ontbeten)

  1. ontbijten (ontbijt eten)
    to have breakfast; to breakfast
    • have breakfast werkwoord (has breakfast, had breakfast, having breakfast)
    • breakfast werkwoord (breakfasts, breakfasted, breakfasting)

Conjugations for ontbijten:

o.t.t.
  1. ontbijt
  2. ontbijt
  3. ontbijt
  4. ontbijten
  5. ontbijten
  6. ontbijten
o.v.t.
  1. ontbeet
  2. ontbeet
  3. ontbeet
  4. ontbeten
  5. ontbeten
  6. ontbeten
v.t.t.
  1. heb ontbeten
  2. hebt ontbeten
  3. heeft ontbeten
  4. hebben ontbeten
  5. hebben ontbeten
  6. hebben ontbeten
v.v.t.
  1. had ontbeten
  2. had ontbeten
  3. had ontbeten
  4. hadden ontbeten
  5. hadden ontbeten
  6. hadden ontbeten
o.t.t.t.
  1. zal ontbijten
  2. zult ontbijten
  3. zal ontbijten
  4. zullen ontbijten
  5. zullen ontbijten
  6. zullen ontbijten
o.v.t.t.
  1. zou ontbijten
  2. zou ontbijten
  3. zou ontbijten
  4. zouden ontbijten
  5. zouden ontbijten
  6. zouden ontbijten
diversen
  1. ontbijt!
  2. ontbijtt!
  3. ontbeten
  4. ontbijtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ontbijten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
breakfast ontbijt
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
breakfast ontbijt eten; ontbijten
have breakfast ontbijt eten; ontbijten

Verwante woorden van "ontbijten":


Wiktionary: ontbijten

ontbijten
verb
  1. to eat the morning meal
  2. archaic: to eat breakfast

Cross Translation:
FromToVia
ontbijten have breakfast frühstücken — ein Frühstück zu sich nehmen

Computer vertaling door derden: