Nederlands
Uitgebreide vertaling voor passt (Nederlands) in het Engels
pas:
-
pas (daarnet; juist; net; zojuist; zonet)
just; one minute ago; even-
just bijvoeglijk naamwoord
-
one minute ago bijvoeglijk naamwoord
-
even bijvoeglijk naamwoord
-
-
pas (onlangs; kortgeleden; recentelijk; laatstelijk; laatst; kortelings)
recently; lately; the other day-
recently bijwoord
-
lately bijwoord
-
the other day bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor pas:
Verwante woorden van "pas":
Synoniemen voor "pas":
Antoniemen van "pas":
Verwante definities voor "pas":
Wiktionary: pas
pas
Cross Translation:
adverb
noun
pas
adverb
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• pas | → step; pace; stride; footstep; not | ↔ pas — Le mouvement que fait une personne ou un animal mettre un pied devant l’autre pour marcher. |
• pas | → passport | ↔ passeport — administration|fr pièce d’identité délivrer par l’État, permettre aux nationaux d’un pays soit de circuler librement à l'intérieur, soit de voyager dans un autre pays. |
• pas | → exclusively; just; only; merely; simply; solely; but | ↔ seulement — Uniquement, rien que… (sens général) |
Computer vertaling door derden: