Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Vertaal pins

Vertaal pins van Nederlands naar Engels

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

pin:
- pin; peg; plug; badge; flag; tent pin; tent peg
Wiktionary:
- pin → peg, pin
- pin → butt, peg, cotter-pin

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pins (Nederlands) in het Engels

pin:

pin [de ~] zelfstandig naamwoord

de pin (pen; klem)
the pin; the peg; the plug
- pin [the ~] zelfstandig naamwoord
- peg [the ~] zelfstandig naamwoord
- plug [the ~] zelfstandig naamwoord
de pin (speld)
the pin; the badge; the flag
- pin [the ~] zelfstandig naamwoord
- badge [the ~] zelfstandig naamwoord
- flag [the ~] zelfstandig naamwoord
de pin (tentharing; haring)
the tent pin; the tent peg
- tent pin [the ~] zelfstandig naamwoord
- tent peg [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pin:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
badge	pin; speld	badge; decoratie; ereteken; insigne; kenteken; merkteken; munt; onderscheiding; onderscheidingsteken; ordeteken; penning; plaatje als herkenningsteken; ridderorde; speldje; teken
flag	pin; speld	banier; lis; markering; ruitertje; standaard; vaan; vaandel; vendel; vlag; wimpel
peg	klem; pen; pin	borgmoer; borrel; haak; haakje; keg; keil; muurplug; neut; ophanghaak; ophanghaakje; plug; spie; staande receptie; wig
pin	klem; pen; pin; speld	borgmoer; speldje; spie
plug	klem; pen; pin	muurplug; plug; steekcontact; stekker; stekkertje
tent peg	haring; pin; tentharing	haring; tenthaak
tent pin	haring; pin; tentharing	haring; tenthaak
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
flag		markeren
pin		dichtspelden; pinnen; spelden; vastmaken; vastpinnen; vastprikken; vastspelden
plug		adverteren; dichten; dichtmaken; dichtstoppen; per advertentie aanbieden; stoppen

Verwante woorden van "pin":

pinnen, pins

Wiktionary: pin

pin

noun

een dun metalen staafje waarmee iets bevestigd kan worden
- pin → peg; pin

pin

noun

small device; small needle with no eye
- pin → pin; speld

Cross Translation:

From	To	Via
• pin	→ butt; peg; cotter-pin	↔ about — constr\|fr extrémité par laquelle une pièce de charpente, de menuiserie ou de métal est assemblée avec une autre.