Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- schel:
- scheel:
-
Wiktionary:
- schel → brazen, reedy
- schel → acerbic, vinegary, acrid, acrimonious, acidulous, astringent, sour, bitter, tart, sharp, acute, shrill, nasty, racy, lurid, keen, poignant, waspish, strident, fine, subtle, delicate, light, thin, incisive, biting, piercing, sharp-toned, trenchant, spicy, pointed, penetrating, salient, noteworthy, remarkable, notable, doorbell, bell, perky, vivacious, alert, brisk, adroit, sprightly, vigorous, spry, active, harsh
- scheel → cross-eyed, crosseyed
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor schele (Nederlands) in het Engels
schele vorm van schel:
-
de schel (bel)
Vertaal Matrix voor schel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bell | bel; schel | |
doorbell | bel; schel | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
shrill | hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend | doordringend; hel; indringend; schel klinkend; scherp; scherpklinkend |
Verwante woorden van "schel":
Wiktionary: schel
schel
Cross Translation:
Cross Translation:
scheel:
-
scheel (loensend; loens)
cross-eyed; squinting; skewing-
cross-eyed bijvoeglijk naamwoord
-
squinting bijvoeglijk naamwoord
-
skewing bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor scheel:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cross-eyed | loens; loensend; scheel | |
squinting | loens; loensend; scheel | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
skewing | loens; loensend; scheel |
Verwante woorden van "scheel":
Wiktionary: scheel
scheel
adjective
scheel
-
het gebrek hebbend, dat de oogassen niet op eenzelfde punt gericht kunnen worden
- scheel → cross-eyed
adjective
-
having both eyes oriented inward, especially involuntarily
-
having both eyes oriented inward
Computer vertaling door derden: