Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. btw:
  2. BTW:
  3. B.T.W.:
  4. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor btw (Nederlands) in het Engels

btw:

btw [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de btw
    the sales tax
    – A tax levied on the sale of products. 1

Vertaal Matrix voor btw:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sales tax btw

Wiktionary: btw

btw
noun
  1. initiaalwoord|nld, afkorting|nld de afkorting voor belasting over de toegevoegde waarde, de omzetbelasting

Cross Translation:
FromToVia
btw VAT; value added tax MehrwertsteuerUmsatzsteuer, nach dem gegenwärtigen (seit 1968 geltenden) Berechnungsverfahren auf den produzierten Mehrwert erhobene Steuer
btw VAT TVA — commerce|fr impôt fixé par un État sur tous les biens et services vendus.
btw value added tax taxe sur la valeur ajoutée — commerce|fr impôt fixé par un État sur tous les biens et services vendus.

BTW:

BTW [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. BTW (B.T.W.; belasting toegevoegde waarde)
    the V.A.T.
    • V.A.T. [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. BTW

Vertaal Matrix voor BTW:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
V.A.T. B.T.W.; BTW; belasting toegevoegde waarde
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
VAT BTW

Wiktionary: BTW


Cross Translation:
FromToVia
BTW VAT; value added tax MehrwertsteuerUmsatzsteuer, nach dem gegenwärtigen (seit 1968 geltenden) Berechnungsverfahren auf den produzierten Mehrwert erhobene Steuer

B.T.W.:

B.T.W. [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. B.T.W. (belasting toegevoegde waarde; BTW)
    the V.A.T.
    • V.A.T. [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor B.T.W.:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
V.A.T. B.T.W.; BTW; belasting toegevoegde waarde

Verwante vertalingen van btw