Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. fibula:
    • Wiktionary:
      fibula → fibula
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fibula:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor fibula (Engels) in het Nederlands

fibula:

fibula [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the fibula (splint-bone)
    het kuitbeen
    • kuitbeen [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fibula:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kuitbeen fibula; splint-bone
- calf bone

Verwante woorden van "fibula":

  • fibulae

Synoniemen voor "fibula":

  • calf bone; leg bone

Verwante definities voor "fibula":

  1. the outer and thinner of the two bones of the human leg between the knee and ankle1

Wiktionary: fibula

fibula
noun
  1. calf bone

Computer vertaling door derden: