Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. lector:
  2. Wiktionary:
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. lector:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lector (Nederlands) in het Engels

lector:

lector [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de lector (redenaar; spreker; redevoerder)
    the lecturer; the speaker; the orator
    • lecturer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • speaker [the ~] zelfstandig naamwoord
    • orator [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lector:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lecturer lector; redenaar; redevoerder; spreker
orator lector; redenaar; redevoerder; spreker
speaker lector; redenaar; redevoerder; spreker inleider; luidspreker; speaker; woordvoerster

Verwante woorden van "lector":

  • lectoren, lectors

Wiktionary: lector

lector
noun
  1. onderwijs|nld, beroep|nld, wetenschap|nld docent aan een universiteit, een rang lager dan hoogleraar



Engels

Uitgebreide vertaling voor lector (Engels) in het Nederlands

lector:


Vertaal Matrix voor lector:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- lecturer; reader

Synoniemen voor "lector":


Verwante definities voor "lector":

  1. a public lecturer at certain universities1
  2. someone who reads the lessons in a church service; someone ordained in a minor order of the Roman Catholic Church1

Wiktionary: lector

lector
noun
  1. onderwijs|nld, beroep|nld, wetenschap|nld docent aan een universiteit, een rang lager dan hoogleraar