Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
-
levenscyclus:
-
Wiktionary:
levenscyclus → life cycle - Gebruikers suggesties voor levenscyclus:
life cycle, cycle of life
-
Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor levenscyclus (Nederlands) in het Engels
levenscyclus: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- leven: live; stay; reside; lodge; be established; have one's seat; life; being; existence; path of life; exist; proceed; operate; work; commotion; din; pandemonium; uproar; bedlam; noise; racket; clamour; tumult; hubbub; hullabaloo; tumultuousness; clamor
- cyclus: cycle; circular course; sequence; chain; row; cyclus; series
- levens: lives; existences; lifetimes
Wiktionary: levenscyclus
levenscyclus
noun
-
course of stages through which an organism passes