Nederlands
Uitgebreide vertaling voor samenzetten (Nederlands) in het Engels
samenzetten: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- samen: together; altogether; combined; jointly; with each other; with one another; in all
- zetten: lay; set; deposit; place; station; situate; put down; set down; laydown; put; setting; mounting; composing; placing; type setting; composing work; printing work; position; add; locate
- zet: blow; thrust; nudge; push; punch; bump; shove; buffer; jab; bumper; chess move; move at chess; move
Wiktionary: samenzetten
samenzetten
verb
-
arrange side by side