Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. aanrander:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanrander (Nederlands) in het Spaans

aanrander:

aanrander [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de aanrander (aanvaller)
    el agresor; el violador
    • agresor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • violador [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aanrander:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agresor aanrander; aanvaller
violador aanrander; aanvaller geweldpleger; schoffeerder; verbreker; verkrachter
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
violador aanrandend

Verwante woorden van "aanrander":

  • aanranders

Wiktionary: aanrander

aanrander
noun
  1. een persoon, in de regel van het mannelijke geslacht die iemand anders aanvalt om seksuele redenen

Cross Translation:
FromToVia
aanrander atacante; asaltante assailant — an attacker; someone who attacks another violently, or criminally