Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. lezer:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lezers (Nederlands) in het Spaans

lezer:

lezer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de lezer
    el lector; la lectora
    • lector [el ~] zelfstandig naamwoord
    • lectora [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. de lezer

Vertaal Matrix voor lezer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lector lezer krantenlezer; lector; redenaar; redevoerder; spreker
lectora lezer lectrice; lezeres
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
lector lezer

Verwante woorden van "lezer":

  • lezers, lezertje, lezertjes

Wiktionary: lezer

lezer
noun
  1. iemand die (een bepaald geschrift) leest

Cross Translation:
FromToVia
lezer lector; lectora reader — person who reads a publication
lezer lector lecteur — celui qui lit


Wiktionary: lezers


Cross Translation:
FromToVia
lezers público audience — readership of a written publication