Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. vork:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vork (Nederlands) in het Spaans

vork:

vork [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de vork (gaffel; riek; hooivork)
    la horca; el bieldo
    • horca [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bieldo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vork:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bieldo gaffel; hooivork; riek; vork
horca gaffel; hooivork; riek; vork galg; gelukje; mazzeltje; strop

Verwante woorden van "vork":

  • vorken

Verwante definities voor "vork":

  1. voorwerp met steel en drie of vier tanden1
    • wij eten altijd met mes en vork1

Wiktionary: vork

vork
noun
  1. voorwerp bestaande uit een greep en (meestal 3 of 4) tanden, waarmee vast voedsel wordt gegeten
  2. bepaald landbouwwerktuig (vergelijk met hooivork, mestvork)
  3. fietsonderdeel waarin het wiel wordt bevestigd: telescopische vork, voorvork en achtervork)

Cross Translation:
FromToVia
vork horqueta crotch — area where something forks
vork tenedor fork — eating utensil
vork bifurcación fork — intersection
vork bifurcación bifurcationdivision en deux branches.
vork tenedor fourchette — Ustensile de table