Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stipt (Nederlands) in het Spaans

stipt:

stipt bijvoeglijk naamwoord

  1. stipt (op tijd; tijdig; bijtijds)
    a tiempo; a buena hora; con tiempo; a la hora
  2. stipt (accuraat; zorgvuldig; precies; secuur; net)
    puntual; con mucho cuidado; preciso; meticuloso; con exactitud; exacto; cuidadoso; concienzudo; con precisión; minucioso; escrupuloso
  3. stipt (punctueel; strikt; precies; exact)
    puntual; estricto; riguroso; escrupuloso; puntualmente
  4. stipt (nauwgezet; nauwkeurig; precies)
    exacto; meticuloso; estricto; ajustado; minucioso; escrupuloso; inclemente

Vertaal Matrix voor stipt:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
a buena hora bijtijds; op tijd; stipt; tijdig
a la hora bijtijds; op tijd; stipt; tijdig
a tiempo bijtijds; op tijd; stipt; tijdig
ajustado nauwgezet; nauwkeurig; precies; stipt dringend; eng; gepaste; geschikte; gevat; klemmend; krap; met spoed; met weinig ruimte; nauw; nauwsluitend; passende; scherpzinnig; schrander; slim; smal; smalletjes; snedig; spoedeisend; strak; strakgespannen; uitgeslapen; urgent; van geringe breedte
con exactitud accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; consciëntieus; exact; gedetailleerd; gewetensvol; juist; met een scherp oog; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; scrupuleus; secuur; zorgvuldig
con mucho cuidado accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; angstvallig; consciëntieus; gedetailleerd; gewetensvol; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; scrupuleus; secuur; zorgvuldig
con precisión accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; consciëntieus; exact; gedetailleerd; gewetensvol; juist; met een scherp oog; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; scrupuleus; secuur; voorzichtig; zorgvuldig
con tiempo bijtijds; op tijd; stipt; tijdig
concienzudo accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; conscientieus; degelijk; deugdelijk; gedegen; gedetailleerd; grondig; klemmend; met grote juistheid; met klem; met nadruk; met zorg; minutieus; nadrukkelijk; nauwgezet; nauwkeurig; precies; secuur; uitdrukkelijk; van goede hoedanigheid; zorgvuldig
cuidadoso accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; consciëntieus; gedetailleerd; gewetensvol; grondig; kommervol; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; omzichtig; precies; scrupuleus; secuur; vol zorgen; voorzichtig; zorgvuldig
escrupuloso accuraat; exact; nauwgezet; nauwkeurig; net; precies; punctueel; secuur; stipt; strikt; zorgvuldig accuraat; angstvallig; conscientieus; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur; zorgvuldig
estricto exact; nauwgezet; nauwkeurig; precies; punctueel; stipt; strikt accuraat; met grote juistheid; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; onvermurwbaar; precies; secuur; streng; strikt; stringent
exacto accuraat; nauwgezet; nauwkeurig; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; afgepast; correct; exact; gedetailleerd; goed; haarfijn; juist; krek; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwkeurig geteld; nauwlettend; net; precies; ragfijn; secuur; trefzeker; zorgvuldig
inclemente nauwgezet; nauwkeurig; precies; stipt genadeloos; meedogenloos; onbarmhartig; ongenadig
meticuloso accuraat; nauwgezet; nauwkeurig; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; angstvallig; gedetailleerd; grondig; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur; zorgvuldig
minucioso accuraat; nauwgezet; nauwkeurig; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; conscientieus; gedetailleerd; grondig; in details; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur; uitgewerkt; voorzichtig; zorgvuldig
preciso accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; exact; gevat; haarfijn; juist; met een scherp oog; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; noodzakelijkerwijs; precies; ragfijn; scherpzinnig; schrander; secuur; slim; snedig; trefzeker; uitgeslapen; voorzichtig; zorgvuldig
puntual accuraat; exact; net; precies; punctueel; secuur; stipt; strikt; zorgvuldig accuraat; conscientieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; onverwijld; precies; secuur; zorgvuldig
puntualmente exact; precies; punctueel; stipt; strikt accuraat; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur
riguroso exact; precies; punctueel; stipt; strikt bindend; bitter teleurgesteld; dwingend; felle; guur; hard; hardop; kil; luid; onvermurwbaar; rigoureus; streng; strikt; stringent; verbitterd

Verwante woorden van "stipt":

  • stiptheid, stipter, stiptere, stiptst, stiptste

Wiktionary: stipt

stipt
adverb
  1. met grote precisie

Cross Translation:
FromToVia
stipt puntual pünktlich — zur vereinbarten Zeit
stipt exacto; puntual; formal; correcto; justo exact — Qui suivre rigoureusement la vérité, la convention.
stipt puntual; exacto; formal ponctuel — Qui est exact
stipt preciso précis — Qui est entièrement déterminé, qui ne laisser place à aucune incertitude.
stipt puntual; exacto; formal régulier — Qui a de la régularité, qui est conforme à des règles, soit naturelles, soit de convention ; qui est constant, uniforme.

stipt vorm van stippen:

stippen werkwoord (stip, stipt, stipte, stipten, gestipt)

  1. stippen

Conjugations for stippen:

o.t.t.
  1. stip
  2. stipt
  3. stipt
  4. stippen
  5. stippen
  6. stippen
o.v.t.
  1. stipte
  2. stipte
  3. stipte
  4. stipten
  5. stipten
  6. stipten
v.t.t.
  1. heb gestipt
  2. hebt gestipt
  3. heeft gestipt
  4. hebben gestipt
  5. hebben gestipt
  6. hebben gestipt
v.v.t.
  1. had gestipt
  2. had gestipt
  3. had gestipt
  4. hadden gestipt
  5. hadden gestipt
  6. hadden gestipt
o.t.t.t.
  1. zal stippen
  2. zult stippen
  3. zal stippen
  4. zullen stippen
  5. zullen stippen
  6. zullen stippen
o.v.t.t.
  1. zou stippen
  2. zou stippen
  3. zou stippen
  4. zouden stippen
  5. zouden stippen
  6. zouden stippen
en verder
  1. ben gestipt
  2. bent gestipt
  3. is gestipt
  4. zijn gestipt
  5. zijn gestipt
  6. zijn gestipt
diversen
  1. stip !
  2. stipt !
  3. gestipt
  4. stippend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor stippen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
motear stippen bespikkelen; indopen; stippelen
puntear stippen bespikkelen; indopen; stippelen; tikken; tikken op; tokkelen
salpicar de puntos stippen bespikkelen; indopen; stippelen

Verwante woorden van "stippen":