Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. verwilderd:
  2. verwilderen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verwilderd (Nederlands) in het Spaans

verwilderd:

verwilderd bijvoeglijk naamwoord

  1. verwilderd (verwaarloosd; onverzorgd)
    desordenado; azorado; caótico; en desorden; sin orden
  2. verwilderd (bandeloos)
    desordenado; descuidado; caótico; azorado; desatendido; desarreglado; en desorden; desasistido; sin orden

Vertaal Matrix voor verwilderd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
azorado bandeloos; onverzorgd; verwaarloosd; verwilderd bedeesd; beschroomd; bleu; geremd; ingehouden; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen
caótico bandeloos; onverzorgd; verwaarloosd; verwilderd achterlijk; chaotisch; diffuus; door elkaar; dooreen; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; stupide; typisch; vaag waarneembaar; vreemd; wanordelijk; zot
desarreglado bandeloos; verwilderd buiten gebruik; chaotisch; defect; door elkaar; dooreen; nalatig; ongeregeld; onklaar; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; stuk; wanordelijk
desasistido bandeloos; verwilderd buiten beheer; onbeheerd
desatendido bandeloos; verwilderd buiten beheer; onbeheerd
descuidado bandeloos; verwilderd armoedig; buiten beheer; flodderig; haveloos; laks; nalatig; nonchalant; onachtzaam; onbeheerd; ongeregeld; onopgeruimd; onordelijk; ordeloos; pover; rommelig; schamel; sjofel; sjofeltjes; slordig; verlopen; wanordelijk
desordenado bandeloos; onverzorgd; verwaarloosd; verwilderd chaotisch; diffuus; door elkaar; door elkaar heen; dooreen; dwaas; eigenaardig; gek; gewikkeld in; ingewikkeld; maf; mal; ongeordend; ongeorganiseerd; ongeregeld; ongesystematiseerd; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; typisch; vaag waarneembaar; vreemd; wanordelijk
en desorden bandeloos; onverzorgd; verwaarloosd; verwilderd asociaal; chaotisch; door elkaar; dooreen; in de war; ongeregeld; onmaatschappelijk; onordelijk; ordeloos; overhoop; rommelig; slordig; wanordelijk
sin orden bandeloos; onverzorgd; verwaarloosd; verwilderd chaotisch; ongeordend; ongeorganiseerd; ongeregeld; ongesystematiseerd; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk

Wiktionary: verwilderd


Cross Translation:
FromToVia
verwilderd fiero; feroz; ferino feral — wild, untamed, especially of domesticated animals having returned to the wild

verwilderen:

verwilderen werkwoord (verwilder, verwildert, verwilderde, verwilderden, verwilderd)

  1. verwilderen

Conjugations for verwilderen:

o.t.t.
  1. verwilder
  2. verwildert
  3. verwildert
  4. verwilderen
  5. verwilderen
  6. verwilderen
o.v.t.
  1. verwilderde
  2. verwilderde
  3. verwilderde
  4. verwilderden
  5. verwilderden
  6. verwilderden
v.t.t.
  1. ben verwilderd
  2. bent verwilderd
  3. is verwilderd
  4. zijn verwilderd
  5. zijn verwilderd
  6. zijn verwilderd
v.v.t.
  1. was verwilderd
  2. was verwilderd
  3. was verwilderd
  4. waren verwilderd
  5. waren verwilderd
  6. waren verwilderd
o.t.t.t.
  1. zal verwilderen
  2. zult verwilderen
  3. zal verwilderen
  4. zullen verwilderen
  5. zullen verwilderen
  6. zullen verwilderen
o.v.t.t.
  1. zou verwilderen
  2. zou verwilderen
  3. zou verwilderen
  4. zouden verwilderen
  5. zouden verwilderen
  6. zouden verwilderen
diversen
  1. verwilder!
  2. verwildert!
  3. verwilderd
  4. verwilderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verwilderen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hacerse salvaje verwilderen