Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. klein:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor klein:
    • chiquita


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klein (Nederlands) in het Spaans

klein:

klein bijvoeglijk naamwoord

  1. klein (van geringe afmeting; ondermaats)
    bajo; bajito; chico
    • bajo bijvoeglijk naamwoord
    • bajito bijvoeglijk naamwoord
    • chico bijvoeglijk naamwoord
  2. klein (in geringe mate)
    poco; menor; en escasa medida; escaso

Vertaal Matrix voor klein:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bajo bas; contrabas; zandbank; zandplaat; zandschol
chico baasje; dreumes; gast; gozer; heerschap; hummel; jochie; jongen; jongetje; kerel; kind; klein jongetje; klein kereltje; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter; knakker; knul; man; mannetje; mannetjesdier; peuter; rakker; sujet; uk; vent; worm; wurm
menor de jongere; junior; kind
poco beetje
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bajito klein; ondermaats; van geringe afmeting in 't geniep
bajo klein; ondermaats; van geringe afmeting achterbaks; arm; armetierig; banaal; berooid; boefachtig; boosaardig; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; grof; in het geniep; inferieur; laag; laag-bij-de-grond; laaghangend; laaghartig; leep; listig; lomp; minderwaardig; niet boven; niet hoog; onder; ondermaats; ondeugdelijk; onedel; ordinair; plat; platvloers; ploertig; pover; schunnig; schurkachtig; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; triviaal; tweederangs; uitgekookt; vals; vulgair; vunzig; zwak
chico klein; ondermaats; van geringe afmeting
en escasa medida in geringe mate; klein
escaso in geringe mate; klein arm; armetierig; berooid; bleekjes; droog; dun; geen vet op de botten hebbende; iel; luttel; mager; nabije; pips; pover; schaars; schraal; schriel; slap; slapjes; wee; weinig; zeldzaam; ziekelijk; zwak
menor in geringe mate; klein jonger; jongst; kleinst; kleinste; marginaler; minder oud; miniemste; onmondig
poco in geringe mate; klein beetje; een paar; enige; enkele; karig; krap; luttel; miniem; minitueus; niet overvloedig; sommige; wat; weinig

Verwante woorden van "klein":


Antoniemen van "klein":


Verwante definities voor "klein":

  1. jong1
    • je bent nog te klein om zo lang op te blijven1
  2. wie of wat weinig ruimte inneemt1
    • ze is klein voor haar leeftijd1

Wiktionary: klein

klein
adjective
  1. van geringe grootte

Cross Translation:
FromToVia
klein diminuto diminutive — very small
klein pequeño little — small in size
klein pequeño little — very young
klein minúscula lower case — lower case letters, collectively
klein bajo short — of a person, of comparatively little height
klein pequeño; chico small — not large
klein pequeño; joven small — young
klein diminuto; minúsculo; pequeñito tiny — very small
klein pequeño wee — small, little
klein pequeño klein — von geringem Ausmaß
klein bajo bref — Petit de taille
klein pequeño; chico petit — De taille réduite.
klein pequeño; chico; joven; niño petit — Jeune.

Verwante vertalingen van klein