Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lijn (Nederlands) in het Spaans

lijn:

lijn [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de lijn (streep; linie)
    la línea; la raya
    • línea [la ~] zelfstandig naamwoord
    • raya [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. de lijn (schreef)
    el límite
    • límite [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. de lijn (riem; teugel; lei)
    el cinturón; el cinto
    • cinturón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cinto [el ~] zelfstandig naamwoord
  4. de lijn (huidrimpel; rimpel)
    la arruga
    • arruga [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. de lijn
    la línea
    • línea [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lijn:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arruga huidrimpel; lijn; rimpel ezelsoor; gezichtsrimpel; gleuf; golfje; kreukel; langwerpige uitholling; lijntje; opening; plooi; plooiing; rimpel; rimpeling; sleuf; streepje; valse vouw; vore; vouw
cinto lei; lijn; riem; teugel broekband; gordel; gordelriem; koppelriem; riem
cinturón lei; lijn; riem; teugel broekband; broekriem; ceintuur; draagband om de heup; gordel; gordelriem; heupgordel; riem; ringbaan; ringlijn; ringspoorweg; ringweg; rondweg; sluitband
límite lijn; schreef afmeting van omlijning; bandbreedtebeperking; begrenzing; grens; grenswaarde; limiet; netwerkbandbreedtebeperking; omtrek; uiterste
línea lijn; linie; streep aansluiting; band; connectie; gelid; gezichtsrimpel; haal; kras; liaison; lijntje; link; pennekras; regel; relatie; rij; rimpel; samenhang; schriftlijn; streepje; verband; verbinding
raya lijn; linie; streep afscheiding; band; beschot; boekdeel; chocolade; chocoladereep; deel; gelid; geluidsniveau; gezichtsrimpel; haal; haarband; haarlint; hek; hekwerk; kras; lint; pennekras; reep; rij; rimpel; rog; schot; tussenmuur; tussenmuurtje; tussenschot; volume
- figuur; gestalte; streep
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
límite maximale

Verwante woorden van "lijn":


Synoniemen voor "lijn":


Verwante definities voor "lijn":

  1. vorm van het lichaam1
    • nee, geen gebak, ik moet om mijn lijn denken1
  2. koord of draad1
    • houd uw hond aan de lijn1
  3. verbinding tussen twee punten1
    • er is vertraging op de lijn Amsterdam-Utrecht1
  4. verbinding tussen twee punten op een ondergrond1
    • in de driehoek trok hij een lijn1

Wiktionary: lijn

lijn
noun
  1. een streep

Cross Translation:
FromToVia
lijn correa leash — long cord for dogs
lijn hilo; línea line — rope, cord, or string
lijn línea; trazo; rasgo line — path through two or more points, threadlike mark
lijn recta line — geometry: infinite one-dimensional figure
lijn segmento line — geometry: continuous finite segment of such a figure
lijn línea line — graph theory: edge of a graph
lijn línea line — telephone or network connection
lijn línea line — threadlike crease marking the face or the hand; hence, characteristic mark
lijn fila; hilera; cola line — straight sequence of people, queue
lijn línea line — series or succession of ancestors or descendants of a given person
lijn línea; renglón; verso line — single horizontal row of text on a screen, printed paper, etc.
lijn cuerda cordetortis fait ordinairement de chanvre et quelquefois de coton, de laine, de soie, d’écorce d’arbres, de poil, de crin, de jonc et d’autres matières pliantes et flexibles.
lijn línea ligne — Traductions à trier suivant le sens
lijn raya; estría; banda; tira; lista; veta raieligne tracer sur une surface.

lijnen:

lijnen werkwoord (lijn, lijnt, lijnde, lijnden, gelijnd)

  1. lijnen

Conjugations for lijnen:

o.t.t.
  1. lijn
  2. lijnt
  3. lijnt
  4. lijnen
  5. lijnen
  6. lijnen
o.v.t.
  1. lijnde
  2. lijnde
  3. lijnde
  4. lijnden
  5. lijnden
  6. lijnden
v.t.t.
  1. heb gelijnd
  2. hebt gelijnd
  3. heeft gelijnd
  4. hebben gelijnd
  5. hebben gelijnd
  6. hebben gelijnd
v.v.t.
  1. had gelijnd
  2. had gelijnd
  3. had gelijnd
  4. hadden gelijnd
  5. hadden gelijnd
  6. hadden gelijnd
o.t.t.t.
  1. zal lijnen
  2. zult lijnen
  3. zal lijnen
  4. zullen lijnen
  5. zullen lijnen
  6. zullen lijnen
o.v.t.t.
  1. zou lijnen
  2. zou lijnen
  3. zou lijnen
  4. zouden lijnen
  5. zouden lijnen
  6. zouden lijnen
en verder
  1. is gelijnd
diversen
  1. lijn!
  2. lijnt!
  3. gelijnd
  4. lijnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

lijnen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het lijnen (dieet; regime)
    el régimen; la dieta
    • régimen [el ~] zelfstandig naamwoord
    • dieta [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. het lijnen (dieet houden)
    el régimen
  3. het lijnen (diëten; aan de lijn doen)
    el ponerse a dieta; el hacer régimen

Vertaal Matrix voor lijnen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dieta dieet; lijnen; regime rijksdag
hacer régimen aan de lijn doen; diëten; lijnen gezichtsrimpel; rimpel
ponerse a dieta aan de lijn doen; diëten; lijnen
régimen dieet; dieet houden; lijnen; regime dieet; gezag; gouvernement; ideologie; kabinet; leefregel; regering; vermageringskuur
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hacer régimen lijnen

Verwante woorden van "lijnen":


Wiktionary: lijnen


Cross Translation:
FromToVia
lijnen adelgazarse; enflaquecer; enflaquecerse; enflacar slim — lose weight

Verwante vertalingen van lijn