Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor enkel (Nederlands) in het Spaans

enkel:

enkel bijvoeglijk naamwoord

  1. enkel (slechts; alleen maar)
    sólo; solamente; no más que; únicamente
  2. enkel
    solamente; de ida; únicamente; sólo
  3. enkel (uitsluitend; alleen; exclusief; enig)
    solamente; exclusivamente
  4. enkel (enkelvoudig)
    solo; singular; sólo; único; únicamente

enkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de enkel (voetgewricht)
    el tobillo; la articulación del pie

Vertaal Matrix voor enkel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
articulación del pie enkel; voetgewricht
singular enkelvoud
solo alleenzang; solo; solodeel; solopartij; solospel; solozang
tobillo enkel; voetgewricht
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- paar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- slechts
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
- maar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
de ida enkel
exclusivamente alleen; enig; enkel; exclusief; uitsluitend louter
no más que alleen maar; enkel; slechts
singular enkel; enkelvoudig afzonderlijk; alleenstaand; apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; gescheiden; karakteristiek; kenmerkend; losstaand; merkwaardig; niet gewend; ongemeen; ongewoon; op zich; op zichzelf staand; separaat; tekenend; typerend; typisch; uitzonderlijke; vreemd; vrijstaand; zonderling
solamente alleen; alleen maar; enig; enkel; exclusief; slechts; uitsluitend afgezonderd; desolaat; eenzaam; in quarantaine; vereenzaamd; verlaten
solo enkel; enkelvoudig afzonderlijk; alleenstaand; apart; een; eentje; gescheiden; losstaand; onafhankelijk; op zich; op zichzelf; op zichzelf staand; separaat; single; vereenzaamd; vrijstaand
sólo alleen maar; enkel; enkelvoudig; slechts afgezonderd; desolaat; eenzaam; louter; nog maar; vereenzaamd; verlaten
únicamente alleen maar; enkel; enkelvoudig; slechts louter
único enkel; enkelvoudig apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek

Verwante woorden van "enkel":

  • enkelen, enkels, enkeltje, enkeltjes, enkele

Synoniemen voor "enkel":


Antoniemen van "enkel":


Verwante definities voor "enkel":

  1. gewricht tussen been en voet1
    • hij heeft zijn enkel verstuikt bij het hardlopen1
  2. één stuks, niet samengesteld1
    • wil je een enkele of een dubbele boterham?1
  3. niet meer dan dat1
    • we hadden daar enkel regen1
  4. klein aantal1
    • we hebben enkele kinderen ondervraagd1

Wiktionary: enkel

enkel
noun
  1. gewricht dat de voet met het been verbindt

Cross Translation:
FromToVia
enkel tobillo ankle — joint between foot and leg
enkel sólo just — only, simply, merely
enkel tobillo Knöchel — vorspringender Knochen am Fußansatz
enkel tobillo cheville — Articulation.
enkel puro; mero pur — Qui est sans mélange.
enkel sólo; solamente seulement — Uniquement, rien que… (sens général)