Nederlands
Uitgebreide vertaling voor pijn aandoen (Nederlands) in het Spaans
pijn aandoen: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- pijn: dolor; duelo; daño; desgracia; disgusto; miseria; pesadumbre; pena; pesar; tristeza; melancolía; aflicción
- aandoen: provocar; producir; causar; ocasionar; componer; armar; confeccionar; ponerse; vestirse; vestir; poner; encender; engordar; conectar; afilar; acentuar; entornar; poner en marcha; hacer daño; hacer mal
Spelling Suggesties voor: pijn aandoen
Wiktionary: pijn aandoen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• pijn aandoen | → lastimar; [[hacer daño]] | ↔ hurt — to cause physical pain and/or injury |
Computer vertaling door derden: