Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uiteenjagen (Nederlands) in het Spaans
uiteenjagen: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- uiteen: separado; mutuamente; separados; separadamente; recíprocamente; el uno al otro
- jagen: caza; levantar; crecer; avanzar; adelantar; perseguir; apresurar; delirar; apresurarse; precipitarse; divagar; instigar; darse prisa; atosigar; aspirar a; meter prisa; ir volando; hacerse mayor; afanarse tras; hacer subir; ir apresuradamente; irse a cazar; acosar; incitar; dar prisa; ir corriendo
Spelling Suggesties voor: uiteenjagen
Wiktionary: uiteenjagen
Computer vertaling door derden: