Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. cariës:
  2. Wiktionary:
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. caries:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor cariës (Nederlands) in het Spaans

cariës:

cariës [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de cariës
    el caries
    • caries [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cariës:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caries cariës tandbederf

Verwante definities voor "cariës":

  1. gaatjes in je tanden1
    • als je teveel snoept krijg je cariës1

Wiktionary: cariës

cariës
noun
  1. (medisch, nld) aantasting van tandglazuur en het tandbeen door bacterie

Cross Translation:
FromToVia
cariës caries caries — progressive destruction of bone or tooth by decay



Spaans

Uitgebreide vertaling voor cariës (Spaans) in het Nederlands

caries:

caries [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la caries
    het tandbederf

caries [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el caries
    de cariës
    • cariës [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor caries:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cariës caries
tandbederf caries

Wiktionary: caries

caries
noun
  1. (medisch, nld) aantasting van tandglazuur en het tandbeen door bacterie
  2. aantasting van tandglazuur en het tandbeen door bacteriën

Cross Translation:
FromToVia
caries cariës; tandbederf; gaatjes caries — progressive destruction of bone or tooth by decay