Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- belemmeren:
-
Wiktionary:
- belemmeren → impedir, dificultar, bloquear, estorbar, obstruir, vedar, entorpecer, embarazar, obstar, contrarrestar, atajar, desbaratar, estancar, interceptar, molestar, privar el paso
- belemmeren → impedir, molestar, estorbar, privar el paso, interceptar, obstruir, dificultar, perturbar
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor belemmeren (Nederlands) in het Spaans
belemmeren:
-
belemmeren (verhinderen; beletten)
-
belemmeren (beletten; verhinderen; voorkomen; voorkómen)
impedir; bloquear; obstaculizar; levantar barricadas en-
impedir werkwoord
-
bloquear werkwoord
-
obstaculizar werkwoord
-
levantar barricadas en werkwoord
-
Conjugations for belemmeren:
o.t.t.
- belemmer
- belemmert
- belemmert
- belemmeren
- belemmeren
- belemmeren
o.v.t.
- belemmerde
- belemmerde
- belemmerde
- belemmerden
- belemmerden
- belemmerden
v.t.t.
- heb belemmerd
- hebt belemmerd
- heeft belemmerd
- hebben belemmerd
- hebben belemmerd
- hebben belemmerd
v.v.t.
- had belemmerd
- had belemmerd
- had belemmerd
- hadden belemmerd
- hadden belemmerd
- hadden belemmerd
o.t.t.t.
- zal belemmeren
- zult belemmeren
- zal belemmeren
- zullen belemmeren
- zullen belemmeren
- zullen belemmeren
o.v.t.t.
- zou belemmeren
- zou belemmeren
- zou belemmeren
- zouden belemmeren
- zouden belemmeren
- zouden belemmeren
diversen
- belemmer!
- belemmert!
- belemmerd
- belemmerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
belemmeren (beperken)
Vertaal Matrix voor belemmeren:
Wiktionary: belemmeren
belemmeren
Cross Translation:
verb
-
een factor vormen die een gebeurtenis of handeling (bijna) onmogelijk maakt
- belemmeren → impedir; dificultar; bloquear; estorbar; obstruir; vedar; entorpecer; embarazar; obstar; contrarrestar; atajar; desbaratar; estancar; interceptar; molestar; privar el paso
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• belemmeren | → impedir | ↔ impede — to get in the way of; to hinder |
• belemmeren | → molestar; estorbar; impedir | ↔ behindern — stören, an etwas hindern, von etwas abhalten |
• belemmeren | → estorbar | ↔ hindern — bewirken, dass das Besagte nicht geschieht |
• belemmeren | → privar el paso; interceptar; obstruir | ↔ barrer — fermer avec une barre par-derrière. |
• belemmeren | → molestar; estorbar; dificultar; perturbar | ↔ déranger — Traductions à trier suivant le sens |
• belemmeren | → molestar; estorbar; dificultar; perturbar | ↔ gêner — Causer de la gêne |
Computer vertaling door derden: