Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. vervuild:
  2. vervuilen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vervuild (Nederlands) in het Spaans

vervuild:

vervuild bijvoeglijk naamwoord

  1. vervuild
    contaminado; sucio; mugriento

Vertaal Matrix voor vervuild:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sucio viespoes
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
contaminado vervuild verontreinigd
mugriento vervuild bedoezeld; dellerig; goor; grauw; groezelig; met vuil bemorst; morsig; onverkwikkelijk; ranzig; schurft hebbend; schurftachtig; schurftig; sletterig; smeerachtig; smerig; smoezelig; stuitend; vaal; vies; viezig; vuil; walgelijk; weerzinwekkend
sucio vervuild bedoezeld; besmeurd; bevuild; dellerig; gevlekt; goor; groezelig; kliederig; knoeierig; met vuil bemorst; morsig; obsceen; onappetijtelijk; ongewassen; onkies; onkuis; onrein; onsmakelijk; onverkwikkelijk; onzindelijk; ranzig; schuin; schurft hebbend; schurftachtig; schurftig; sletterig; slonzig; slordig; smeerachtig; smerig; smoezelig; stuitend; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig; walgelijk; weerzinwekkend; zedeloos

Wiktionary: vervuild


Cross Translation:
FromToVia
vervuild duro; revenido; pasado; viciado stale — having lost its freshness

vervuilen:

vervuilen werkwoord (vervuil, vervuilt, vervuilde, vervuilden, vervuild)

  1. vervuilen (verontreinigen)
    contaminar; ensuciar; manchar; impurificar

Conjugations for vervuilen:

o.t.t.
  1. vervuil
  2. vervuilt
  3. vervuilt
  4. vervuilen
  5. vervuilen
  6. vervuilen
o.v.t.
  1. vervuilde
  2. vervuilde
  3. vervuilde
  4. vervuilden
  5. vervuilden
  6. vervuilden
v.t.t.
  1. heb vervuild
  2. hebt vervuild
  3. heeft vervuild
  4. hebben vervuild
  5. hebben vervuild
  6. hebben vervuild
v.v.t.
  1. had vervuild
  2. had vervuild
  3. had vervuild
  4. hadden vervuild
  5. hadden vervuild
  6. hadden vervuild
o.t.t.t.
  1. zal vervuilen
  2. zult vervuilen
  3. zal vervuilen
  4. zullen vervuilen
  5. zullen vervuilen
  6. zullen vervuilen
o.v.t.t.
  1. zou vervuilen
  2. zou vervuilen
  3. zou vervuilen
  4. zouden vervuilen
  5. zouden vervuilen
  6. zouden vervuilen
diversen
  1. vervuil!
  2. vervuilt!
  3. vervuild
  4. vervuilend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vervuilen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
manchar vlekken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
contaminar verontreinigen; vervuilen aansteken; besmetten
ensuciar verontreinigen; vervuilen bedoezelen; bekladden; bemorsen; besmeren; besmeuren; bevlekken; bevuilen; bezoedelen; kladden; kladderen; kliederen; klodderen; knoeien; morsen; vies maken; viesmaken; vlekken; vuil maken; vuilmaken
impurificar verontreinigen; vervuilen
manchar verontreinigen; vervuilen afgeven; bedoezelen; bekladden; bemorsen; besmeren; bevlekken; bevuilen; bezoedelen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; kladderen; kliederen; klodderen; smetten; vies maken; viesmaken; vlekken; vuil maken; vuilmaken

Synoniemen voor "vervuilen":


Antoniemen van "vervuilen":


Verwante definities voor "vervuilen":

  1. het vuil maken1
    • het water in de grachten is ernstig vervuild1

Wiktionary: vervuilen

vervuilen
verb
  1. bezoedelen met verontreinigingen