Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verweer (Nederlands) in het Spaans

verweer:

verweer [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het verweer (verweerschrift; bezwaar; verdedigingsakte; repliek)
    la objeción; la defensa; la réplica

Vertaal Matrix voor verweer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
defensa bezwaar; repliek; verdedigingsakte; verweer; verweerschrift achterhoede; achterspeler; afweer; back; defensie; deugdelijkheid van argumentatie; geborgenheid; geldigheid; pleidooi; verdedigbaarheid; verdediging; verdedigingsmiddel; verweermiddel
objeción bezwaar; repliek; verdedigingsakte; verweer; verweerschrift bedenking; bezwaar; grief; het klagen; klacht; opwerping; protest; tegenspraak; tegenwerping; verzet
réplica bezwaar; repliek; verdedigingsakte; verweer; verweerschrift antwoord; beantwoording; bescheid; evenbeeld; reactie; replica; repliek; retort; tegenzet; weerwoord

Wiktionary: verweer


Cross Translation:
FromToVia
verweer excusa; disculpa apology — formal justification, defence
verweer defensa defence — anything employed to oppose attack
verweer defensa defense — anything employed to oppose attack
verweer prohibición; defensa défense — Action de défendre

verweer vorm van verweren:

verweren werkwoord (verweer, verweert, verweerde, verweerden, verweerd)

  1. verweren (verdedigen; afweren; weren)
    defender
  2. verweren (wegstemmen; verwerpen; afwijzen; )

Conjugations for verweren:

o.t.t.
  1. verweer
  2. verweert
  3. verweert
  4. verweren
  5. verweren
  6. verweren
o.v.t.
  1. verweerde
  2. verweerde
  3. verweerde
  4. verweerden
  5. verweerden
  6. verweerden
v.t.t.
  1. heb verweerd
  2. hebt verweerd
  3. heeft verweerd
  4. hebben verweerd
  5. hebben verweerd
  6. hebben verweerd
v.v.t.
  1. had verweerd
  2. had verweerd
  3. had verweerd
  4. hadden verweerd
  5. hadden verweerd
  6. hadden verweerd
o.t.t.t.
  1. zal verweren
  2. zult verweren
  3. zal verweren
  4. zullen verweren
  5. zullen verweren
  6. zullen verweren
o.v.t.t.
  1. zou verweren
  2. zou verweren
  3. zou verweren
  4. zouden verweren
  5. zouden verweren
  6. zouden verweren
diversen
  1. verweer!
  2. verweert!
  3. verweerd
  4. verwerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

verweren [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het verweren (verwering; erosie)
    la erosión
  2. het verweren (verdedigen; weren; afweren)
    el defender; el defenderse

Vertaal Matrix voor verweren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
defender afweren; verdedigen; verweren; weren
defenderse afweren; verdedigen; verweren; weren
descartar afschuiven; wegschuiven
erosión erosie; verweren; verwering erosie; slijtage; slijting
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
defender afweren; verdedigen; verweren; weren bemerken; bepleiten; beschermen; beschutten; in bescherming nemen; opmerken; pleiten; protesteren; tegenspartelen; tegenstribbelen; van mening zijn; verdedigen; verzetten; voorstaan; waken; waken over
defenderse behelpen; bolwerken; protesteren; tegenspartelen; tegenstribbelen; verzetten
descartar afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen afdanken; afdrijven; afketsen; afkeuren; afstemmen; afwijzen; diskwalificeren; ecarteren; ricocheren; royeren; uitsluiten; verlijeren; verwaarlozen; verwerpen; verwijderen; wegcijferen; weigeren; wraken
desestimar afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen geringschatten; minachten; neerkijken op; verachten
encaminarse afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen initiëren; op gang brengen
formar afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen aanstellen; afstemmen; arrangeren; benoemen; bijbrengen; boetseren; formeren; iets op touw zetten; in het leven roepen; initiëren; installeren; instellen; kneden; leren; maken; modelleren; onderwijzen; op gang brengen; opleiden; regelen; scheppen; scholen; vervaardigen; vorm geven; vormen; vormgeven
hacer volver afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen afketsen; ricocheren
no aceptar afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen achterhouden; afketsen; afkeuren; afstemmen; afwijzen; behouden; opzijleggen; reserveren; ricocheren; terughouden; verwerpen; weigeren
no aprobar afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen afketsen; afkeuren; afstemmen; afwijzen; ricocheren; verwerpen
no funcionar afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen afwijzen; weigeren
rechazar por votación afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen
suspender afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen afblazen; afgelasten; afketsen; afkeuren; afstemmen; afwijzen; afzeggen; afzien van rechtsvervolging; blijven zitten; doubleren; ermee uitscheiden; kelderen; onderbreken; opgeven; ophouden; ricocheren; schorsen; seponeren; staken; stoppen; suspenderen; uitscheiden; verdagen; verwerpen; weigeren; zakken

Wiktionary: verweren


Cross Translation:
FromToVia
verweren defender défendreprotéger une personne contre une attaque.