Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. vlechten:
  2. vlecht:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vlechten (Nederlands) in het Spaans

vlechten:

vlechten werkwoord (vlecht, vlocht, vlochten, gevlochten)

  1. vlechten
    entrelazar; trenzar
  2. vlechten (ineenvlechten; strengelen)
    enredarse

Conjugations for vlechten:

o.t.t.
  1. vlecht
  2. vlecht
  3. vlecht
  4. vlechten
  5. vlechten
  6. vlechten
o.v.t.
  1. vlocht
  2. vlocht
  3. vlocht
  4. vlochten
  5. vlochten
  6. vlochten
v.t.t.
  1. heb gevlochten
  2. hebt gevlochten
  3. heeft gevlochten
  4. hebben gevlochten
  5. hebben gevlochten
  6. hebben gevlochten
v.v.t.
  1. had gevlochten
  2. had gevlochten
  3. had gevlochten
  4. hadden gevlochten
  5. hadden gevlochten
  6. hadden gevlochten
o.t.t.t.
  1. zal vlechten
  2. zult vlechten
  3. zal vlechten
  4. zullen vlechten
  5. zullen vlechten
  6. zullen vlechten
o.v.t.t.
  1. zou vlechten
  2. zou vlechten
  3. zou vlechten
  4. zouden vlechten
  5. zouden vlechten
  6. zouden vlechten
diversen
  1. vlecht!
  2. vlecht!
  3. gevlochten
  4. vlechtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

vlechten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de vlechten (haarvlechten)
    la trenzas
    • trenzas [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vlechten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
trenzas haarvlechten; vlechten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enredarse ineenvlechten; strengelen; vlechten
entrelazar vlechten in elkaar grijpen; ineengrijpen; ineenvlechten; interlace; invlechten; vervlechten; verweven; vlechten in
trenzar vlechten invlechten; vlechten in

Verwante woorden van "vlechten":


Wiktionary: vlechten

vlechten
verb
  1. in elkaar strengelen

Cross Translation:
FromToVia
vlechten trenzar braid — intertwine
vlechten trenzar plait — to interweave
vlechten tejer; trenzar flechten — (transitiv) (meist) drei Stränge (zum Beispiel Haare oder Bänder) miteinander verschlingen
vlechten trenzar; entrelazar; entrecruzar nattertresser en natte.
vlechten tejer; trenzar; entrelazar; entrecruzar tisser — Faire de la toile ou d’autres étoffes en croiser ou entrelacer sur un métier les fils dont elles devoir composer.
vlechten trenzar; entrelazar; entrecruzar tressermettre, arranger en tresses.

vlecht:

vlecht [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de vlecht (wrong; knoedel; kluwen; )
    el moño
    • moño [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. de vlecht (haarvlecht)
    la trenza; la coleta
    • trenza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • coleta [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vlecht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coleta haarvlecht; vlecht paardenstaart; staart; staartvormige haardracht
moño haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong borstel; dotje; haarborstel; haarkuif; hanenkam; knoet; knuppel; kuif; vlok
trenza haarvlecht; vlecht haarstreng; haarvlecht; streng

Verwante woorden van "vlecht":


Wiktionary: vlecht

vlecht
noun
  1. een gebonden pluk haar

Cross Translation:
FromToVia
vlecht trenza braid — weave of three of more strands

Verwante vertalingen van vlechten