Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. aangelegenheid:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aangelegenheid (Nederlands) in het Spaans

aangelegenheid:

aangelegenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de aangelegenheid (geval; kwestie; zaak; affaire)
    la cosa; el asunto; la cuestión
    • cosa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • asunto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cuestión [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aangelegenheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
asunto aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak ambacht; chapiter; geval; hoofdstuk; issue; kapittel; kwestie; kwesties; métier; onderwerp; opgaaf; opgave; probleem; problematiek; problemen; punt; stiel; subject; thema; thema van een boek; vak; vraagstuk; zaak; zwaarte
cosa aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak artikel; ding; geval; goed; goedje; item; kwestie; materiaal; object; spul; voorwerp; winkel; winkelzaak; zaak
cuestión aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak feit; financiële kwestie; gebeurtenis; geldzaak; incident; interpellatie; kwestie; kwesties; opgaaf; opgave; probleem; problematiek; problemen; voorval; vraag; vraagstuk; zwaarte

Wiktionary: aangelegenheid

aangelegenheid
noun
  1. zaak

Cross Translation:
FromToVia
aangelegenheid causa cause — Ce qui fait qu’une chose est ou s’opère.

Computer vertaling door derden: