Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
-
vlot:
- rápido; pronto; rápidamente; dentro de poco; aprisa; deprisa; de prisa; con celeridad; veloz; ágil; en breve; prontamente; a todo andar; con rapidez; de aquí a poco; velozmente; inesperado; perspicaz; aceleradamente; fluido; con soltura; desenvuelto; diligente; fácilmente; sin vacilar; a la moda; de moda; guapo; mono; progre; a flote; bonito; moderno; entretenido; despabilado; gracioso
- almadía; balsa
- vlotten:
-
Wiktionary:
- vlot → balsa, armadía
- vlot → fácil, fluido
- vlot → bueno, ingenioso, bonito, chulo, balsa, fácilmente, en seguida, pronto, almadía, armadía, libre, liso, lisa
- vlotten → avanzar, adelantarse, adelantar, precedir, flotar, sobrenadar, acrecentar, activar
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vlot (Nederlands) in het Spaans
vlot:
-
vlot (vlug; snel; rap)
rápido; pronto; rápidamente; dentro de poco; aprisa; deprisa; de prisa; con celeridad; veloz; ágil; en breve; prontamente; a todo andar; con rapidez; de aquí a poco; velozmente; inesperado; perspicaz; aceleradamente-
rápido bijvoeglijk naamwoord
-
pronto bijvoeglijk naamwoord
-
rápidamente bijvoeglijk naamwoord
-
dentro de poco bijvoeglijk naamwoord
-
aprisa bijvoeglijk naamwoord
-
deprisa bijvoeglijk naamwoord
-
de prisa bijvoeglijk naamwoord
-
con celeridad bijvoeglijk naamwoord
-
veloz bijvoeglijk naamwoord
-
ágil bijvoeglijk naamwoord
-
en breve bijvoeglijk naamwoord
-
prontamente bijvoeglijk naamwoord
-
a todo andar bijvoeglijk naamwoord
-
con rapidez bijvoeglijk naamwoord
-
de aquí a poco bijvoeglijk naamwoord
-
velozmente bijvoeglijk naamwoord
-
inesperado bijvoeglijk naamwoord
-
perspicaz bijvoeglijk naamwoord
-
aceleradamente bijvoeglijk naamwoord
-
-
vlot (vliedend; vloeiend; stromend)
fluido; con soltura; desenvuelto-
fluido bijvoeglijk naamwoord
-
con soltura bijvoeglijk naamwoord
-
desenvuelto bijvoeglijk naamwoord
-
-
vlot (grifweg; met gemak; grif)
diligente; pronto; rápido; fácilmente; rápidamente; sin vacilar-
diligente bijvoeglijk naamwoord
-
pronto bijvoeglijk naamwoord
-
rápido bijvoeglijk naamwoord
-
fácilmente bijwoord
-
rápidamente bijvoeglijk naamwoord
-
sin vacilar bijvoeglijk naamwoord
-
-
vlot (flitsend)
-
vlot (trendy; modieus; hip; flitsend; snel)
-
vlot (hip; trendy; snel; flitsend)
bonito; de prisa; aprisa; con celeridad; moderno; rápido; aceleradamente; con soltura; entretenido; despabilado; rápidamente; gracioso-
bonito bijvoeglijk naamwoord
-
de prisa bijvoeglijk naamwoord
-
aprisa bijvoeglijk naamwoord
-
con celeridad bijvoeglijk naamwoord
-
moderno bijvoeglijk naamwoord
-
rápido bijvoeglijk naamwoord
-
aceleradamente bijvoeglijk naamwoord
-
con soltura bijvoeglijk naamwoord
-
entretenido bijvoeglijk naamwoord
-
despabilado bijvoeglijk naamwoord
-
rápidamente bijvoeglijk naamwoord
-
gracioso bijvoeglijk naamwoord
-
-
het vlot (houtvlot)
Vertaal Matrix voor vlot:
Verwante woorden van "vlot":
Antoniemen van "vlot":
Verwante definities voor "vlot":
Wiktionary: vlot
vlot
Cross Translation:
noun
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vlot | → bueno; ingenioso; bonito; chulo | ↔ nifty — good, useful |
• vlot | → balsa | ↔ raft — flat, floating structure |
• vlot | → fácilmente; en seguida; pronto | ↔ readily — showing readiness |
• vlot | → balsa; almadía; armadía | ↔ Floß — aus zusammengebundenem schwimmfähigem Material, wie Baumstämmen, Luftkissen o. ä., hergestelltes einfaches durch die Strömung getriebenes Wasserfahrzeug zum Transport von Lebewesen oder Material; heutzutage überwiegend zu touristischen Zwecken verwendet |
• vlot | → libre | ↔ libre — Qui a le pouvoir de faire ce qu’il vouloir, d’agir ou de ne pas agir. |
• vlot | → liso; lisa | ↔ lisse — Sans aspérité ni rayure. |
• vlot | → balsa; armadía | ↔ radeau — assemblage de pièces de bois qui lier ensemble et qui forment une sorte de plancher flottant. |
vlotten:
-
vlotten (gemakkelijk gaan)
-
vlotten
Conjugations for vlotten:
o.t.t.
- vlot
- vlot
- vlot
- vlotten
- vlotten
- vlotten
o.v.t.
- vlotte
- vlotte
- vlotte
- vlotten
- vlotten
- vlotten
v.t.t.
- heb gevlot
- hebt gevlot
- heeft gevlot
- hebben gevlot
- hebben gevlot
- hebben gevlot
v.v.t.
- had gevlot
- had gevlot
- had gevlot
- hadden gevlot
- hadden gevlot
- hadden gevlot
o.t.t.t.
- zal vlotten
- zult vlotten
- zal vlotten
- zullen vlotten
- zullen vlotten
- zullen vlotten
o.v.t.t.
- zou vlotten
- zou vlotten
- zou vlotten
- zouden vlotten
- zouden vlotten
- zouden vlotten
diversen
- vlot!
- vlot!
- gevlot
- vlottend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor vlotten:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
flotar | wegdobberen; wegdrijven | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
flotar | gemakkelijk gaan; vlotten | dobberen; hangen; zweven |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
transporte de madera flotante | vlotten |
Verwante woorden van "vlotten":
Wiktionary: vlotten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vlotten | → avanzar; adelantarse; adelantar; precedir | ↔ avancer — pousser en avant, porter en avant. |
• vlotten | → flotar; sobrenadar | ↔ flotter — Traductions à trier suivant le sens |
• vlotten | → acrecentar; activar | ↔ progresser — Faire des progrès. |