Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. behaaglijkheid:
  2. behaaglijk:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor behaaglijkheid (Nederlands) in het Spaans

behaaglijkheid:

behaaglijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de behaaglijkheid (geriefelijkheid)
    la comodidad; el confort
  2. de behaaglijkheid (gerieflijkheid)
    la comodidad

Vertaal Matrix voor behaaglijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comodidad behaaglijkheid; geriefelijkheid; gerieflijkheid behendigheid; comfort; gemak; gemakkelijkheid; gemoedelijkheid; gerief; gerieflijkheid; gezelligheid; handigheid; inschikkelijkheid; knusheid; kunst; kunstgreep; kunstje; lichtheid; soepelheid; truc
confort behaaglijkheid; geriefelijkheid comfort; gemak; gemakkelijkheid; gerief

Verwante woorden van "behaaglijkheid":


Wiktionary: behaaglijkheid


Cross Translation:
FromToVia
behaaglijkheid agrado agrémentaction d’agréer.

behaaglijk:

behaaglijk bijvoeglijk naamwoord

  1. behaaglijk (prettig; leuk; aangenaam; )
    agradable; grato; placentero; cómodo; confortable
  2. behaaglijk (aangenaam; knus)
    cómodo; doméstico; íntimo; familiar; confortable; confortablemente
  3. behaaglijk (senang)
    bien
    • bien bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor behaaglijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bien activa; artikel; ding; goed; item; object; voorwerp; zaak
familiar familielid; gezinslid
íntimo intimus
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agradable aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aardig; aimabel; amusant; attent; attractief; bedaard; behulpzaam; bekoorlijk; bevallig; charmant; fijn; fraai; gelijkmoedig; genietbaar; genoeglijk; gezellig; goddelijk; goed ogend; goedaardig; goedhartig; harmonisch; hartelijk; heerlijk; hemels; heugelijk; heuglijk; hulpvaardig; kalm; kalmpjes; knap; lekker; minnelijk; mooi; onbewogen; onderhoudend; op een aardige manier; paradijselijk; plezierig; prettig; rustig; sereen; sfeervol; smakelijk; sociabel; subtiel; te genieten; uitnodigend; verblijdend; verleidelijk; verlokkend; vermakelijk; verrukkelijk; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; welgevallig; zachtaardig; zalig
bien behaaglijk; senang aangenaam; aanlokkelijk; correct; fijn; goed; juist; lekker; onbeschadigd; precies; prettig; sec; smakelijk; verlokkend
confortable aangenaam; behaaglijk; fijn; knus; leuk; plezant; plezierig; prettig aangenaam; comfortabel; draagbaar; fijn; gemakkelijk; gemakkelijk te hanteren; geriefelijk; gerieflijk; goedzittend; handelbaar; hanteerbaar; lekker; plezierig; prettig; sfeervol
confortablemente aangenaam; behaaglijk; knus
cómodo aangenaam; behaaglijk; fijn; knus; leuk; plezant; plezierig; prettig aangenaam; comfortabel; eenvoudig; fijn; geestig; geinig; gemakkelijk; geriefelijk; gerieflijk; gezellig; grappig; handzaam; huiselijk; knus; knusjes; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; lekker; leuk; licht; lollig; makkelijk; niet moeilijk; prettig; simpel
doméstico aangenaam; behaaglijk; knus huishoudelijk
familiar aangenaam; behaaglijk; knus bekend; familiair; gemeenzaam; intiem; makkelijk in de omgang; tutoyerend; vertrouwd; vertrouwelijk
grato aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig aangenaam; amusant; fijn; heugelijk; heuglijk; jofel; lekker; onderhoudend; prettig; verblijdend; verheugend; vermakelijk
placentero aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig genietbaar; genoeglijk; heugelijk; heuglijk; jofel; te genieten; verblijdend
íntimo aangenaam; behaaglijk; knus confidentieel; diep; diepgevoeld; innig; intens; intiem; vertrouwelijk

Verwante woorden van "behaaglijk":

  • behaaglijkheid, behaaglijker, behaaglijkere, behaaglijkst, behaaglijkste, behaaglijke

Wiktionary: behaaglijk

behaaglijk
adjective
  1. aangenaam warm en gezellig

Cross Translation:
FromToVia
behaaglijk agradable agréable — Qui procure un sentiment de légère gaieté, de bonheur ou encore de bien-être.