Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. kleurrijk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kleurrijk (Nederlands) in het Spaans

kleurrijk:

kleurrijk bijvoeglijk naamwoord

  1. kleurrijk (fleurig)
    alegre; lleno de color; vivo
  2. kleurrijk (kakelbont; bont; veelkleurig)
    abigarrado; de muchos colores; lleno de color

Vertaal Matrix voor kleurrijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vivo vluggerd
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abigarrado bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig bloeiend; dwaas; fleurig; gekleurd; idioot; kleurig; onbezonnen
alegre fleurig; kleurrijk bevredigd; bezet; blij; blijgeestig; blijgestemd; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; fideel; fleurig; frivool; geagiteerd; geestig; genoeg; goed geluimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; goedlachs; heugelijk; heuglijk; hooggekleurd; hups; jolig; kleurig; kwiek; levendig; levenslustig; lichtzinnig; losbandig; losjes; luchthartig; luchtig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; speels; tevreden; tierig; uitgelaten; verblijd; verblijdend; vergenoegd; verheugd; verhit; verzadigd; voldaan; vrolijk; wakker; welgemoed; welgestemd; wuft; zonnig
de muchos colores bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig
lleno de color bont; fleurig; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig gebloemd; gekleurd; kleurig
vivo fleurig; kleurrijk achterbaks; actief; adrem; berekenend; bevredigd; beweeglijk; bezet; bij de pinken; bijdehand; bitter teleurgesteld; blij; blijgestemd; blijmoedig; clever; doortrapt; druk; drukbezet; dynamisch; energiek; felle; geagiteerd; gebloemd; gehaaid; gemeen; geniepig; genoeg; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; gis; gluiperig; goedgehumeurd; goedgeluimd; goochem; in leven; kien; kittig; leep; levend; levendig; listig; ongeblust; opgetogen; opgewekt; pienter; raak; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; spits; stiekem; tevreden; uitgekookt; uitgeslapen; verbitterd; vergenoegd; verhit; verzadigd; voldaan; vrolijk; welgemoed; welgestemd

Verwante woorden van "kleurrijk":

  • kleurrijker, kleurrijkere, kleurrijkst, kleurrijkste, kleurrijke

Wiktionary: kleurrijk

kleurrijk
adjective
  1. vol opvallende kleuren

Cross Translation:
FromToVia
kleurrijk lleno; lleno de color; de color colorful — possessing prominent and varied colors
kleurrijk gayo; colorido; alegre; vívido; festivo gay — festive, bright, colorful
kleurrijk vivo vivid — bright, intense or colourful

Computer vertaling door derden: