Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. muiten:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor muiten (Nederlands) in het Spaans

muiten:

muiten werkwoord (muit, muitte, muitten, gemuit)

  1. muiten (scheepsoproer maken)

Conjugations for muiten:

o.t.t.
  1. muit
  2. muit
  3. muit
  4. muiten
  5. muiten
  6. muiten
o.v.t.
  1. muitte
  2. muitte
  3. muitte
  4. muitten
  5. muitten
  6. muitten
v.t.t.
  1. heb gemuit
  2. hebt gemuit
  3. heeft gemuit
  4. hebben gemuit
  5. hebben gemuit
  6. hebben gemuit
v.v.t.
  1. had gemuit
  2. had gemuit
  3. had gemuit
  4. hadden gemuit
  5. hadden gemuit
  6. hadden gemuit
o.t.t.t.
  1. zal muiten
  2. zult muiten
  3. zal muiten
  4. zullen muiten
  5. zullen muiten
  6. zullen muiten
o.v.t.t.
  1. zou muiten
  2. zou muiten
  3. zou muiten
  4. zouden muiten
  5. zouden muiten
  6. zouden muiten
diversen
  1. muit!
  2. muit!
  3. gemuit
  4. muitend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor muiten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amotinarse muiten; scheepsoproer maken

Wiktionary: muiten

muiten
verb
  1. in opstand komen tegen wettige autoriteit

Cross Translation:
FromToVia
muiten mudar moult — To shed or lose a covering of fur, feathers or skin etc.
muiten amotinarse mutiny — commit mutiny
muiten amotinar mutiner — Se porter à la sédition, à la révolte