Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. opera:
  2. Opera:
  3. Wiktionary:
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Ópera:
  2. ópera:
  3. operar:
  4. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opera (Nederlands) in het Spaans

opera:

opera [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de opera
    la ópera
    • ópera [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor opera:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ópera opera

Verwante woorden van "opera":

  • operaatje, operaatjes

Wiktionary: opera

opera
noun
  1. een in hoofdzaak gezongen en orkestraal begeleid muziekdrama, gewoonlijk van ernstige aard

Cross Translation:
FromToVia
opera ópera opera — theatrical work

Opera:

Opera

  1. Opera

Vertaal Matrix voor Opera:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ópera Opera



Spaans

Uitgebreide vertaling voor opera (Spaans) in het Nederlands

Ópera:

Ópera

  1. Ópera

Vertaal Matrix voor Ópera:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Opera Ópera

ópera:

ópera [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la ópera
    de opera
    • opera [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ópera:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opera ópera

Verwante woorden van "ópera":

  • óperas

Wiktionary: ópera

ópera
noun
  1. een in hoofdzaak gezongen en orkestraal begeleid muziekdrama, gewoonlijk van ernstige aard

Cross Translation:
FromToVia
ópera opera opera — theatrical work

operar:

operar werkwoord

  1. operar (manejar; servir; atender)
    bedienen; knoppen bedienen
  2. operar (servir; atender)
    bedienen; serveren
    • bedienen werkwoord (bedien, bedient, bediende, bedienden, bediend)
    • serveren werkwoord (serveer, serveert, serveerde, serveerden, geserveerd)

Conjugations for operar:

presente
  1. opero
  2. operas
  3. opera
  4. operamos
  5. operáis
  6. operan
imperfecto
  1. operaba
  2. operabas
  3. operaba
  4. operábamos
  5. operabais
  6. operaban
indefinido
  1. operé
  2. operaste
  3. operó
  4. operamos
  5. operasteis
  6. operaron
fut. de ind.
  1. operaré
  2. operarás
  3. operará
  4. operaremos
  5. operaréis
  6. operarán
condic.
  1. operaría
  2. operarías
  3. operaría
  4. operaríamos
  5. operaríais
  6. operarían
pres. de subj.
  1. que opere
  2. que operes
  3. que opere
  4. que operemos
  5. que operéis
  6. que operen
imp. de subj.
  1. que operara
  2. que operaras
  3. que operara
  4. que operáramos
  5. que operarais
  6. que operaran
miscelánea
  1. ¡opera!
  2. ¡operad!
  3. ¡no operes!
  4. ¡no operéis!
  5. operado
  6. operando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor operar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
serveren servir; servir al mesa
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedienen atender; manejar; operar; servir poner delante; ser útil; servir; servir en la mesa; valer
knoppen bedienen atender; manejar; operar; servir
serveren atender; operar; servir añadir; echar; escanchar; servir

Synoniemen voor "operar":


Wiktionary: operar

operar
verb
  1. aan een chirurgische ingreep onderwerpen
  2. acties uitvoeren, optreden

Cross Translation:
FromToVia
operar opereren; maken; aanmaken; bedrijven; doen; uitbrengen; uitrichten; uitvoeren; effect sorteren; uitwerking hebben; werken; uitwerken; ageren; bezig zijn; handelen; optreden; te werk gaan opéreraccomplir une œuvre, produire un effet.

Verwante vertalingen van opera