Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. panorama:
  2. Wiktionary:
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. panorama:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor panorama (Nederlands) in het Spaans

panorama:

panorama [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het panorama (verreikend uitzicht; vergezicht)
    el panorama; la vista
    • panorama [el ~] zelfstandig naamwoord
    • vista [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. het panorama (uitzicht; prospect; zicht; )
    la mirada; el panorama; el vistazo; la perspectiva; la cara; el aspecto; el espectáculo
  3. het panorama

Vertaal Matrix voor panorama:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aspecto gezicht; kijk; panorama; prospect; uitzicht; vergezicht; vue; zicht aanblik; aangezicht; aanzicht; aanzien; aspect; buitenkant; denkbeeld; facet; gedaante; gelaat; gezichtshoek; gezichtspunt; idee; interpretatie; invalshoek; inzicht; lezing; mening; oogpunt; oordeel; opinie; opvatting; opzicht; perspectief; standpunt; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; visie; voorkomen; vorm; zienswijs; zienswijze
cara gezicht; kijk; panorama; prospect; uitzicht; vergezicht; vue; zicht aangezicht; aanzien; afscheiding; beschot; buitenkant; cara; gedaante; gelaat; gezicht; schot; tussenmuur; tussenschot; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; vooreind; vooreinde; voorkomen; voorste gedeelte; vorm
espectáculo gezicht; kijk; panorama; prospect; uitzicht; vergezicht; vue; zicht drama; opvoering; parade; schouwspel; schouwtoneel; show; spektakel; spektakelstuk; staatsie; stuk; toneelstuk; uiterlijk vertoon; vertoning; voorstelling
mirada gezicht; kijk; panorama; prospect; uitzicht; vergezicht; vue; zicht oog; oog van de naald; perceptie
panorama gezicht; kijk; panorama; prospect; uitzicht; vergezicht; verreikend uitzicht; vue; zicht overzicht; totaalbeeld
perspectiva gezicht; kijk; panorama; prospect; uitzicht; vergezicht; vue; zicht afwachting; beschouwing; gezichtshoek; gezichtspunt; hoop; invalshoek; inzicht; kans; oogpunt; perspectief; standpunt; toekomst; verwachting; visie; vooruitzicht; zienswijs
vista panorama; vergezicht; verreikend uitzicht aanblik; aanzicht; doorkijkje; doorzicht; gezichtsvermogen; inzicht; perceptie; weergave
vistazo gezicht; kijk; panorama; prospect; uitzicht; vergezicht; vue; zicht blik; oogopslag
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
foto panorámica panorama
panorámica panorama pan; pannen; videopanorama

Verwante woorden van "panorama":

  • panoramaatje, panoramaatjes

Wiktionary: panorama


Cross Translation:
FromToVia
panorama panorama Panorama — eine Rundsicht, Rundblick, Rundgemälde, Rundfoto, eine 360-Grad-Ansicht; ungenauer: Aussicht auf eine, Ansicht einer Landschaft, Geländemodell im Schaukasten



Spaans

Uitgebreide vertaling voor panorama (Spaans) in het Nederlands

panorama:

panorama [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el panorama (mirada; vistazo; perspectiva; )
    het uitzicht; het prospect; de zicht; het gezicht; de kijk; vue; het panorama; het vergezicht
    • uitzicht [het ~] zelfstandig naamwoord
    • prospect [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zicht [de ~] zelfstandig naamwoord
    • gezicht [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kijk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vue [znw.] zelfstandig naamwoord
    • panorama [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vergezicht [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. el panorama (vista)
    het panorama; het vergezicht; verreikend uitzicht
  3. el panorama (estado comparativo; vista general; sinopsis; )
    het overzicht; het totaalbeeld

Vertaal Matrix voor panorama:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gezicht aspecto; cara; espectáculo; mirada; panorama; perspectiva; vistazo cara; faz; fisonomia; rostro
kijk aspecto; cara; espectáculo; mirada; panorama; perspectiva; vistazo opinión; parecer; punto de vista; visión óptica
overzicht estado comparativo; panorama; relación de conjunto; resumen; sinopsis; visión de conjunto; vista general ajuar; catálogo; especificación; esquema; extracto; inventario; lista; lista de existencias; menaje; resumen; resumen de cuenta
panorama aspecto; cara; espectáculo; mirada; panorama; perspectiva; vista; vistazo foto panorámica; panorámica
prospect aspecto; cara; espectáculo; mirada; panorama; perspectiva; vistazo cliente potencial
totaalbeeld estado comparativo; panorama; relación de conjunto; resumen; sinopsis; visión de conjunto; vista general
uitzicht aspecto; cara; espectáculo; mirada; panorama; perspectiva; vistazo
vergezicht aspecto; cara; espectáculo; mirada; panorama; perspectiva; vista; vistazo
verreikend uitzicht panorama; vista
vue aspecto; cara; espectáculo; mirada; panorama; perspectiva; vistazo
zicht aspecto; cara; espectáculo; mirada; panorama; perspectiva; vistazo

Verwante woorden van "panorama":

  • panoramas

Synoniemen voor "panorama":


Wiktionary: panorama

panorama
noun
  1. wat men van de omgeving vanaf een bepaalde plek kan zien

Cross Translation:
FromToVia
panorama panorama Panorama — eine Rundsicht, Rundblick, Rundgemälde, Rundfoto, eine 360-Grad-Ansicht; ungenauer: Aussicht auf eine, Ansicht einer Landschaft, Geländemodell im Schaukasten
panorama bezienswaardigheid sight — something worth seeing

Verwante vertalingen van panorama