Nederlands
Uitgebreide vertaling voor pisbuis (Nederlands) in het Spaans
pisbuis: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- pis: orina; orines
- buis: televisión; televisor; aparato de televisión; abrigo; chaqueta; tele; chaquetón; tubo
- bui: humor; chubasco; aguacero; chaparrón; ventolera; estado de ánimo; lluvia torrencial; estado emocional; gota fría; racha de viento; ráfaga de viento; viento racheado; capricho; manía; mal humor
Wiktionary: pisbuis
pisbuis
noun
-
een lange cilindrische holte die de blaas verbindt met de buitenkant van het lichaam
- pisbuis → uretra