Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. simulator:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor simulator (Nederlands) in het Spaans

simulator:

simulator [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de simulator
    el seguidor

Vertaal Matrix voor simulator:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
seguidor simulator voorstander

Verwante woorden van "simulator":

  • simulatoren, simulators

Wiktionary: simulator

simulator
noun
  1. systeem dat een situatie of werking kan simuleren (nabootsen)