Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. taart:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor taart (Nederlands) in het Spaans

taart:

taart [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de taart (gebak)
    la tarta; el pasteles; la repostería; el dulces
    • tarta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pasteles [el ~] zelfstandig naamwoord
    • repostería [la ~] zelfstandig naamwoord
    • dulces [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. de taart (oud mens)
    la vieja
    • vieja [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor taart:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dulces gebak; taart kandij; lekkers; snoep; snoepgoed; snoepjes; suikergoed; suikerwerk; tussendoortje; versnapering; zoetigheid
pasteles gebak; taart koeken
repostería gebak; taart
tarta gebak; taart korstgebak
vieja oud mens; taart
- gebak

Verwante woorden van "taart":

  • taarten, taarts

Synoniemen voor "taart":


Verwante definities voor "taart":

  1. koek met slagroom of andere zoete vulling1
    • zij sneed de slagroomtaart in stukken1

Wiktionary: taart

taart
noun
  1. cirkelvormig gebak

Cross Translation:
FromToVia
taart bizcocho; ponqué; pastel; cake; torta; tarta; queque; pudín cake — a sweet dessert
taart tarta gateau — rich, iced cake
taart bruja hag — an ugly old woman
taart pastel pie — type of pastry
taart tarta; tartaleta tart — pie, pastry
taart pastel; tarta Kuchen — ein süßes Gebäck; aus backen Teig bestehendes Nahrungsmittel beziehungsweise Genussmittel

Verwante vertalingen van taart