Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. vergaderen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vergaderen (Nederlands) in het Spaans

vergaderen:

vergaderen werkwoord (vergader, vergadert, vergaderde, vergaderden, vergaderd)

  1. vergaderen (in bespreking zijn)

Conjugations for vergaderen:

o.t.t.
  1. vergader
  2. vergadert
  3. vergadert
  4. vergaderen
  5. vergaderen
  6. vergaderen
o.v.t.
  1. vergaderde
  2. vergaderde
  3. vergaderde
  4. vergaderden
  5. vergaderden
  6. vergaderden
v.t.t.
  1. heb vergaderd
  2. hebt vergaderd
  3. heeft vergaderd
  4. hebben vergaderd
  5. hebben vergaderd
  6. hebben vergaderd
v.v.t.
  1. had vergaderd
  2. had vergaderd
  3. had vergaderd
  4. hadden vergaderd
  5. hadden vergaderd
  6. hadden vergaderd
o.t.t.t.
  1. zal vergaderen
  2. zult vergaderen
  3. zal vergaderen
  4. zullen vergaderen
  5. zullen vergaderen
  6. zullen vergaderen
o.v.t.t.
  1. zou vergaderen
  2. zou vergaderen
  3. zou vergaderen
  4. zouden vergaderen
  5. zouden vergaderen
  6. zouden vergaderen
diversen
  1. vergader!
  2. vergadert!
  3. vergaderd
  4. vergaderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vergaderen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
reunirse samenkomen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conferenciar in bespreking zijn; vergaderen beraadslagen; confereren; een conferentie houden; overleggen; overwegen
reunirse in bespreking zijn; vergaderen afspreken; bij elkaar komen; bijeen komen; bijeenkomen; elkaar ontmoeten; elkaar zien; samenkomen; treffen; verzamelen

Wiktionary: vergaderen


Cross Translation:
FromToVia
vergaderen congregarse; reunirse throng — to congregate
vergaderen aportar; llevar; traer amenermener d’un lieu à un autre.
vergaderen juntar; ensamblar assemblermettre ensemble.
vergaderen llevar; llevarse emmener — Mener hors du lieu où l’on est vers un autre lieu.
vergaderen coleccionar; acumular; reunir; juntar rassemblerassembler de nouveau des personnes, des bêtes ou des choses qui disperser.
vergaderen reunir; reunificar réunirrejoindre ce qui désunir, séparer.

Computer vertaling door derden: