Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. waard zijn:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor waard zijn (Nederlands) in het Spaans

waard zijn:

waard zijn werkwoord (ben waard, bent waard, is waard, was waard, waren waard, waard geweest)

  1. waard zijn
    valer

Conjugations for waard zijn:

o.t.t.
  1. ben waard
  2. bent waard
  3. is waard
  4. zijn waard
  5. zijn waard
  6. zijn waard
o.v.t.
  1. was waard
  2. was waard
  3. was waard
  4. waren waard
  5. waren waard
  6. waren waard
v.t.t.
  1. ben waard geweest
  2. bent waard geweest
  3. is waard geweest
  4. zijn waard geweest
  5. zijn waard geweest
  6. zijn waard geweest
v.v.t.
  1. was waard geweest
  2. was waard geweest
  3. was waard geweest
  4. waren waard geweest
  5. waren waard geweest
  6. waren waard geweest
o.t.t.t.
  1. zal waard zijn
  2. zult waard zijn
  3. zal waard zijn
  4. zullen waard zijn
  5. zullen waard zijn
  6. zullen waard zijn
o.v.t.t.
  1. zou waard zijn
  2. zou waard zijn
  3. zou waard zijn
  4. zouden waard zijn
  5. zouden waard zijn
  6. zouden waard zijn
diversen
  1. ben waard!
  2. bent waard!
  3. waard geweest
  4. waard zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor waard zijn:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
valer waard zijn bedienen; dienen

Wiktionary: waard zijn


Cross Translation:
FromToVia
waard zijn valer; tener valor valoir — Être d’un certain prix, avoir un certain mérite (sens général)

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van waard zijn