Nederlands
Uitgebreide vertaling voor molt (Nederlands) in het Spaans
molt vorm van mollen:
-
mollen (kapotmaken; moeren)
romper; dañar; quebrantar; deformar; desfigurar; fracturar; refractar; abusar de-
romper werkwoord
-
dañar werkwoord
-
quebrantar werkwoord
-
deformar werkwoord
-
desfigurar werkwoord
-
fracturar werkwoord
-
refractar werkwoord
-
abusar de werkwoord
-
Conjugations for mollen:
o.t.t.
- mol
- molt
- molt
- mollen
- mollen
- mollen
o.v.t.
- molde
- molde
- molde
- molden
- molden
- molden
v.t.t.
- heb gemold
- hebt gemold
- heeft gemold
- hebben gemold
- hebben gemold
- hebben gemold
v.v.t.
- had gemold
- had gemold
- had gemold
- hadden gemold
- hadden gemold
- hadden gemold
o.t.t.t.
- zal mollen
- zult mollen
- zal mollen
- zullen mollen
- zullen mollen
- zullen mollen
o.v.t.t.
- zou mollen
- zou mollen
- zou mollen
- zouden mollen
- zouden mollen
- zouden mollen
en verder
- is gemold
- zijn gemold
diversen
- mol!
- molt!
- gemold
- mollend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze