Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. kerst:
  2. Kerst:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kerst (Nederlands) in het Spaans

kerst:

kerst [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de kerst
    la Navidad; la época navideña; la Navidades

Vertaal Matrix voor kerst:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Navidad kerst Kerst; kerstmis; kersttijd
Navidades kerst kersttijd
época navideña kerst kersttijd
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
Navidad Kerstmis

Verwante woorden van "kerst":

  • kersten

Wiktionary: kerst


Cross Translation:
FromToVia
kerst Navidad Christmas — Christian holiday

Kerst:

Kerst [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de Kerst
    la Navidad
    • Navidad [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kerst:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Navidad Kerst kerst; kerstmis; kersttijd
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
Navidad Kerstmis

Computer vertaling door derden: