Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Spaans ->Zoek: leenheer

Nederlandse en Spaanse zoekresultaten voor: leenheer

Overzicht

Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...

leenheer:
- Wiktionary:
  leenheer → señor feudal

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor leenheer (Nederlands) in het Spaans

leenheer: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

leen: préstamo; prestado
heer: hombre; dueño; caballero; rey; señor; profesor; maestro; soberano; docente; Dios; Todopoderoso; Creador; Nuestro Señor
lenen: deber; prestar; extraer; sacar de; tomar de; dejar prestado

Spelling Suggesties voor: leenheer

legateer; legeer; leg neer; landheer; leesvoer; leergier; legt neer; landsheer; leegloper; legde neer

Wiktionary: leenheer

Cross Translation:

From	To	Via
• leenheer	→ señor feudal	↔ liege — A free and independent person; a lord paramount; a sovereign

Computer vertaling door derden: