Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lid (Nederlands) in het Spaans

lid:

lid [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het lid (lidmaat)
    el miembro; el miembro de una iglesia protestante; el socio; el afiliado; el nudillo; el término; el elemento; el párrafo; la articulación; la falange
  2. het lid (penis; roede; piemel; lul; pik)
    el gilipollas; la polla; el pene; la picha; el nudillo; la gilipuertas; la articulación; la picadura; el tío; el párrafo; el elemento; la varilla; la falange; el miembro; la biela; el socio; el término; el vástago; el afiliado
    • gilipollas [el ~] zelfstandig naamwoord
    • polla [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pene [el ~] zelfstandig naamwoord
    • picha [la ~] zelfstandig naamwoord
    • nudillo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • gilipuertas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • articulación [la ~] zelfstandig naamwoord
    • picadura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tío [el ~] zelfstandig naamwoord
    • párrafo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • elemento [el ~] zelfstandig naamwoord
    • varilla [la ~] zelfstandig naamwoord
    • falange [la ~] zelfstandig naamwoord
    • miembro [el ~] zelfstandig naamwoord
    • biela [la ~] zelfstandig naamwoord
    • socio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • término [el ~] zelfstandig naamwoord
    • vástago [el ~] zelfstandig naamwoord
    • afiliado [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. het lid (deksel)
    la tapa
    • tapa [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. het lid (alinea; paragraaf)
    el párrafo
  5. het lid
    el miembro
    • miembro [el ~] zelfstandig naamwoord
  6. het lid (dimensielid)
    el miembro; miembro de dimensión

Vertaal Matrix voor lid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afiliado lid; lidmaat; lul; penis; piemel; pik; roede
articulación lid; lidmaat; lul; penis; piemel; pik; roede afdeling; articulatie; betoog; departement; detachement; geleding; gewricht; het uitspreken; opheldering; sectie; tak; toelichting; uiteenzetting; uiting; uitleg; uitspraak; verbinding van beenderen; verbinding van lichaamsdelen; verduidelijking; verklaring
biela lid; lul; penis; piemel; pik; roede drijfstang
elemento lid; lidmaat; lul; penis; piemel; pik; roede Outlook-item; basiselement; basismateriaal; element; factor; item
falange lid; lidmaat; lul; penis; piemel; pik; roede vingerlid
gilipollas lid; lul; penis; piemel; pik; roede etter; etterbak; lullen; oetlul; sodemieter
gilipuertas lid; lul; penis; piemel; pik; roede oetlul; sodemieter
miembro dimensielid; lid; lidmaat; lul; penis; piemel; pik; roede ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat
miembro de una iglesia protestante lid; lidmaat ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat
nudillo lid; lidmaat; lul; penis; piemel; pik; roede knekel; knokkel
pene lid; lul; penis; piemel; pik; roede
picadura lid; lul; penis; piemel; pik; roede injectie; inspuiting; knauw; prik; spuitje
picha lid; lul; penis; piemel; pik; roede oetlul; sodemieter
polla lid; lul; penis; piemel; pik; roede oetlul; sodemieter
párrafo alinea; lid; lidmaat; lul; paragraaf; penis; piemel; pik; roede alinea
socio lid; lidmaat; lul; penis; piemel; pik; roede bondgenote; firmant; gabber; genoot; handelspartner; kameraad; kameraadje; kompaan; maat; maatje; makker; pal; vennoot; vriend; vriendje
tapa deksel; lid dop; hapje; sluitdop; snack; tussendoortje
término lid; lidmaat; lul; penis; piemel; pik; roede beëindiging; einde; finale; poosje; slot; sluiting; tijdruimte; tijdsbepaling; tijdsruimte; uiteinde
tío lid; lul; penis; piemel; pik; roede figuur; gast; goser; gozer; individu; kerel; knakker; knul; man; manspersoon; oom; snuiter; type; vent
varilla lid; lul; penis; piemel; pik; roede
vástago lid; lul; penis; piemel; pik; roede loot; scheut; spruit; stekje
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
elemento element
miembro de dimensión dimensielid; lid

Verwante woorden van "lid":

  • lidje, lidjes

Verwante definities voor "lid":

  1. lichaamsdeel1
    • hij beeft over al zijn leden1
  2. wie bij een bepaalde groep of vereniging hoort1
    • ik ben lid van een voetbalclub1

Wiktionary: lid

lid
noun
  1. iemand die behoort tot een groep, organisatie of sekte

Cross Translation:
FromToVia
lid miembro member — one who officially belongs to a group
lid miembro member — a limb
lid pene; carajo; pirula; pirulo; pito; polla; pija; tranca; verga; chota; garompa; pipe; poste; poronga; papirola; miembro penis — male organ for copulation and urination
lid miembro Mitglied — Person oder Organisation, die einer Gruppe zugehört
lid pene pénis — anatomie|fr organe mâle de copulation et de miction chez les mammifères, certains oiseaux ou d’autres animaux.

Verwante vertalingen van lid



Spaans

Uitgebreide vertaling voor lid (Spaans) in het Nederlands

lid:


Synoniemen voor "lid":


LID:


Vertaal Matrix voor LID:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
LANGID ID de idioma; LANGID; LID; identificador de idioma
taal-id ID de idioma; LANGID; LID; identificador de idioma