Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. omnibus:
  2. Wiktionary:
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ómnibus:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor omnibus (Nederlands) in het Spaans

omnibus:

omnibus [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de omnibus
    el ómnibus; el autobús; el autocar

Vertaal Matrix voor omnibus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
autobús omnibus autobus; bus; reiswagen; stadsbus; touringcar
autocar omnibus autobus; bus; reiswagen; toerauto; toerwagen; touringcar
ómnibus omnibus

Verwante woorden van "omnibus":

  • omnibussen

Wiktionary: omnibus

omnibus
noun
  1. letterkunde|nld verzameling verhalen, romans in één band

Cross Translation:
FromToVia
omnibus ómnibus omnibus — (vieilli) bus, autobus.



Spaans

Uitgebreide vertaling voor omnibus (Spaans) in het Nederlands

ómnibus:

ómnibus [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el ómnibus (autobús; autocar)
    de omnibus
    • omnibus [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ómnibus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
omnibus autobús; autocar; ómnibus

Verwante woorden van "ómnibus":

  • ómnibuses

Synoniemen voor "ómnibus":


Wiktionary: ómnibus

ómnibus
noun
  1. letterkunde|nld verzameling verhalen, romans in één band

Cross Translation:
FromToVia
ómnibus bus; autobus bus — vehicle
ómnibus omnibus omnibus — (vieilli) bus, autobus.

Verwante vertalingen van omnibus